De stakende artsen staken eigenlijk tegen de patiënt
Paul Callewaert, Algemeen secretaris Solidaris
Op 7 juli 2025 legt een deel van de artsen het werk neer. Volgens hen niet uit onvrede over hun inkomen – sommigen verdienen in een week het jaarinkomen van een patiënt met voorkeurtarief – maar wel onder het valse voorwendsel dat de aangekondigde hervorming leidt tot staatsgeneeskunde. Die zou hun vrije beroep en de kwaliteit van de zorg bedreigen. Deze demagogische en populistische redenering is volkomen van de pot gerukt. Een hervorming die de solidaire gezondheidszorg van morgen garandeert, is noodzakelijk. Anders dreigt een Amerikaans gezondheidszorgmodel, en geloof me, dat wil niemand.
Geen Amerikaans gezondheidszorgmodel
Wie beweert dat de aangekondigde hervorming onze gezondheidszorg bedreigt, kijkt weg van de dagelijkse realiteit: de zorg ís nu al versnipperd en ongelijk toegankelijk. Net daarom is verandering nodig. Geen afbraak, maar een noodzakelijke bijsturing van een model dat 60 jaar goed heeft gewerkt.
De Belgische gezondheidszorg was lang een internationale referentie. Toegankelijk, kwaliteitsvol en betaalbaar. Maar die reputatie staat onder druk. Wachttijden lopen op, zorgverleners worden schaarser, sommige weigeren bovendien kwetsbare patiënten en vragen steeds vaker supplementen die de zorg onbetaalbaar maken.
Artsen worden geen ambtenaren
Artsen mogen goed hun brood verdienen. Hun bezorgdheden verdienen erkenning, maar het debat moet wel correct worden gevoerd.
Artsen zijn geen ambtenaren. Dat worden ze ook helemaal niet na de hervorming. De stakende artsen vrezen voor hun statuut, maar dat is onterecht. Hun beroep wordt weliswaar gefinancierd met miljarden aan publieke middelen, belastinggeld en sociale bijdragen, maar ze behouden, naast de quasi volledige therapievrijheid, de volle mogelijkheid en verantwoordelijkheid om in overleg met de ziekenfondsen te beslissen over de besteding van die middelen.
"Artsen mogen goed hun brood verdienen."
Helaas ontlopen de artsensyndicaten deze verantwoordelijkheid al te vaak. Ze kiezen er niet voor om systematisch de kaart van doelmatigheid te trekken, maar zetten wel in op de gemakkelijkheidsoplossing van meer budget. En wanneer dat niet (meer) lukt, stellen ze voor om de patiënt te laten opdraaien voor het probleem. Dat is de wereld op zijn kop. We kunnen overconsumptie en ondoelmatigheid toch niet ten laste van de patiënt leggen. En zeker geen twee keer.
Aan de ene kant moord en brand schreeuwen dat het overlegmodel niet wordt gerespecteerd en aan de andere kant zelf alle lobbyregisters open trekken om buiten het klassieke overleg hun willetje te forceren, klinkt echt ongeloofwaardig. En al te vaak worden voorstellen die doelmatigheid nastreven op de lange baan geschoven of geblokkeerd.
Betaalbaarheid en toegankelijkheid staan op die manier op de helling. Zo bolt de gezondheidszorg, weliswaar in 2 snelheden, wel naar beneden én voor iedereen. Zonder ingrepen, geraken we niet uit die neerwaartse spiraal.
Nieuwe afspraken, eerlijk overleg
Correcte verloning én bescherming van de patiënt gaan hand in hand. Dat is waarom ziekenfondsen en artsensyndicaten in ons Belgische overlegmodel met elkaar onderhandelen. Die onderhandelingen worden lastig wanneer een deel van de onderhandelaars een onrealistische lezing heeft van het doel. De artsensyndicaten hebben een verdienmodel met onbeperkte subsidies en vrijheden voor ogen. De ziekenfondsen willen patiënten beschermen, artsensyndicaten hun macht en portemonnee. Deze staking is dan ook een staking tegen de patiënt.
"De ziekenfondsen willen patiënten beschermen, artsensyndicaten hun macht en portemonnee."
Als de artsensyndicaten hun verantwoordelijkheid nemen dan kunnen we het overlegmodel behouden. Maar dan moet het vanuit artsenzijde transparanter, grondiger en vooral eerlijker. Zo moeten bijvoorbeeld ook verlagingen van honoraria of tarieven bespreekbaar zijn, als de medische praktijk daartoe aanleiding geeft. Dat gebeurt nu nauwelijks.
Op basis van objectieve gegevens over reële kosten en meerwaarde spreken, wordt bemoeilijkt. We stellen vast dat nieuwe technologie, de zorg niet per se beter maakt, maar wel altijd duurder. Groepsaankopen blijven onderbenut en objectieve prijsafspraken blijken in de praktijk soms lastig.
In plaats van te staken, staken ze beter het verzet!
De hervorming waartegen sommige artsen staken, is geen alleenstaand project. Ze bouwt voort op de herziening van de nomenclatuur en hervorming van de ziekenhuisfinanciering die tijdens de vorige legislatuur al waren opgestart. Ze brengt middelen waar ze het hardst nodig zijn: bij ondergefinancierde behandelingen, onder meer bij vroedvrouwen, kinesisten en tandzorgen, maar zorgt ook voor een herverdeling binnen beroepsgroepen, én tussen ziekenhuizen en zorgverstrekkers.
Een noodzakelijke reshuffle dus, waardoor uiteindelijk de meerderheid van de zorgverstrekkers tegen betere voorwaarden kan werken door een correcte herverdeling. Vraag dat maar aan de kinderartsen, geriaters, … Meer tariefzekerheid, betere stimulansen om akkoorden te sluiten en een duidelijker onderscheid tussen geconventioneerde en niet-geconventioneerde zorg. Dat alles komt uiteindelijk iedereen ten goede.
Als het merendeel van de artsen erop vooruitgaat en patiënten beter beschermd worden tegen verrassende en te hoge facturen, zou het dan niet beter zijn om het verzet te staken, in plaats van te staken tegen de hervormingsvoorstellen?