Conceptnota over nieuwe regelgeving voor centra voor herstelverblijf
De Vlaamse parlementsleden Katrien Schryvers, Sofie Mertens, Loes Vandromme en Toon Vandeurzen (CD&V) dienden bij het Vlaams Parlement een ‘Conceptnota voor nieuwe regelgeving over de aanpassing van de erkenningsvoorwaarden voor centra voor herstelverblijf’ in.
Herman Nys, em. prof. medisch recht KU Leuven, ex-voorzitter VITAZ
Voor personen die na een ziekenhuisopname, operatie of ernstige aandoening nog onvoldoende hersteld zijn om naar huis terug te keren, bieden centra voor herstelverblijf (CVH’s) tijdelijke opvang en revalidatie. De conceptnota voor nieuwe regelgeving focust op de Vlaamse erkenningsvoorwaarden voor CVH’s.
Voorstellen tot aanpassing van de regelgeving
De demografische evolutie zal ertoe leiden dat het aantal zorgbehoevenden in de komende jaren gestaag zal toenemen. Herstelverblijf is een belangrijke zorgvorm in het diverse zorglandschap die een heel gevarieerde groep gebruikers met heel diverse behoeften bedient.
Veel CVH’s die verbonden zijn aan een woonzorgcentrum, kunnen niet voldoen aan de opgelegde minimale norm van dertig verblijfseenheden. Daardoor dreigen heel wat plaatsen verloren te gaan vanaf 2026. Daarom formuleren de indieners van deze conceptnota de onderstaande voorstellen om de regelgeving aan te passen
Schrap de minimale norm van dertig verblijfseenheden
De huidige praktijk toont aan dat CVH’s die een functionele eenheid vormen met een woonzorgcentrum, de nodige operationele schaalvoordelen kunnen realiseren met het oog op een kwaliteitsvolle en financieel duurzame uitbating, ook als ze over een klein aantal verblijfseenheden beschikken. In de context van toenemende zorgnoden is het onverantwoord om die kwaliteitsvol uitgebate CVH’s te sluiten.
De indieners van deze conceptnota vragen een dringende oplossing om te vermijden dat er plaatsen verloren zouden gaan. Ze zijn ervan overtuigd dat die zorgvorm, die in het Woonzorgdecreet van 15 februari 2019 is opgenomen, waardevol en noodzakelijk is en dus moet blijven bestaan.
Ze stellen daarom voor om de minimale norm van dertig verblijfseenheden voor CVH’s die een functionele eenheid vormen met een woonzorgcentrum, te schrappen uit de erkenningsvoorwaarden.
Omzetting van verblijfseenheden herstelverblijf naar verblijfseenheden voor woonzorgcentra en voor kortverblijf type 1
Het is wel van belang dat plaatsen voor herstelverblijf ook effectief worden ingezet voor herstel conform het Woonzorgdecreet van 15 februari 2019 en het bijbehorende uitvoeringsbesluit. Als het niet mogelijk is om herstelgerichte zorg te bieden, dan moet omzetting mogelijk zijn in een andere woonzorgvorm die beter aansluit bij de feitelijk geboden zorg.
De personeelsomkadering en infrastructuur in een centrum voor herstelverblijf is vergelijkbaar met die in een woonzorgcentrum en een centrum voor kortverblijf type 1, wat van de omzetting in die woonzorgvormen een haalbare piste maakt.
Daarom stellen de indieners van deze conceptnota ook voor dat de regelgeving wordt aangepast, waardoor bestaande en aangemelde verblijfseenheden voor herstelverblijf rechtsmatig en buiten de geldende programmatie om, kunnen worden omgezet in verblijfseenheden voor woonzorgcentra en verblijfseenheden voor kortverblijf type 1.