Artsenkrant

50 jaar medisch recht, 40 jaar ziekenhuisbeheer: een getuigenis

Deel 3: Kabinetten en bio-ethiek

Op 1 juli van dit jaar eindigde het mandaat van Herman Nys als voorzitter van VITAZ - het slotpunt van veertig jaar activiteit als ziekenhuisbestuurder. Exact vijftig jaar eerder startte zijn academische loopbaan aan de KU Leuven. In een vierdelige reeks blikt Herman Nys terug op 50 jaar medisch recht. Dit is het derde deel. Lees de vorige afleveringen in ons themamagazine.

Herman Nys, prof. em medisch recht KU Leuven, ex-voorzitter VITAZ

In april 1986 werd ik gecontacteerd door toenmalig federaal staatssecretaris voor Volksgezondheid en Gehandicaptenbeleid, Wivina Demeester-De Meyer. Op haar vraag om gedurende één dag per week adviseur te worden op haar kabinet ging ik graag in.

Een wetsontwerp over de wegneming van organen was toen nog in behandeling in het parlement. Dat werd meteen een van mijn opdrachten. Samen met collega Lieven Dupont, die strafrecht doceerde, zocht ik ook naar mogelijke alternatieven voor de strafbaarstelling van zwangerschapsafbreking, zoals het inroepen van de noodtoestand.

50 jaar medisch recht: een persoonlijk getuigenis (deel 1)
3 artikels
Alles over herman nys: 50 jaar medisch rechtOntdek ons digitaal magazine over herman nys: 50 jaar medisch recht
Lees magazinechevron_right
prof Herman Nys
Herman Nys. Foto: Rob Stevens / KU Leuven

Daarnaast was ik lid van de wetenschappelijke congresraad ter voorbereiding van het Wetenschappelijk Denkcolloqium ‘Bioethica in de Jaren negentig’ dat de staatssecretaris in mei 1987 organiseerde in Antwerpen. Vanuit het kabinet werd ik ook afgevaardigd naar de Wetenschappelijke Adviesraad voor Aids, en naar het Comité Ad Hoc Bio-ethiek (CHABI) van de Raad van Europa in Straatsburg.

Van 1989 tot 1992 was ik ook adviseur van Vlaams minister voor Volksgezondheid Hugo Weckx.

Van 1995 tot 1999 adviseerde ik opnieuw Vlaams minister voor Volksgezondheid Wivina Demeester-De Meyer. In september 1995 nam zij het initiatief voor het Vlaams Congres over Preventieve Gezondheidszorg. Zij vroeg mij om congresvoorzitter te worden en voorzitter van de wetenschappelijke stuurgroep.

Het Congres vond plaats op 7 en 8 maart 1997 te Antwerpen en resulteerde in een congresverslagboek van meer dan 1000 bladzijden, uitgegeven door Kluwer.

Bijna tien jaar later, op 29 september 2006, ontving Wivina Demeester-De Meyer een eredoctoraat van de KU Leuven voor haar inzet voor de ontwikkeling van de bio-ethiek in België. Ik sprak toen de laudatio voor haar uit.

Naar het Centrum voor Biomedische Ethiek en Recht

Na het overlijden van rector De Somer was Roger Dillemans in 1985 verkozen tot rector van de KU Leuven. Onder zijn impuls en die van vicerector biomedische wetenschappen professor Roger Borghgraef werd in de faculteit Geneeskunde in oktober 1986 het Interfacultair Centrum voor Biomedische Ethiek opgericht. Paul Schotsmans, die ik toen al goed kende, werd hiervan de eerste directeur.

De eerste drie jaar was het Centrum gevestigd in het decanaat van de faculteit Geneeskunde, toen nog in de Minderbroedersstraat. Ik kwam er zeer regelmatig maar bleef nog wel verbonden aan de rechtsfaculteit. In 1989 kwam een einde aan mijn mandaat als bevoegdverklaard navorser van het NFWO, en werd ik voltijds docent in de faculteit Geneeskunde - omdat ik vooral daar colleges gaf.

Het duurde enkele weken alvorens het tot mij doordrong dat mijn broer in 1971 in datzelfde gebouw, op de vierde verdieping, was overleden.

In oktober 1989 verhuisde het Centrum voor Biomedische Ethiek naar de gebouwen van het UZ Sint Rafael aan de Kapucijnenvoer 35, die na de verhuizing naar Gasthuisberg vrij waren gekomen en waren gerenoveerd. Ikzelf verhuisde van de rechtsfaculteit naar de Kapucijnenvoer en werd co-directeur van het Centrum dat sedertdien Interfacultair Centrum voor Biomedische Ethiek en Recht wordt genoemd.

Het Centrum was gevestigd op de derde verdieping van het gebouw aan de Kapucijnenvoer. Het duurde enkele weken alvorens het tot mij doordrong dat mijn broer in 1971 in datzelfde gebouw, op de vierde verdieping, was overleden. Ik bleef er tot mijn emeritaat in 2016. Thans staat het gebouw leeg, wachtend op de afbraak.

In het Centrum heb ik het gezondheidsrecht in Vlaanderen verder kunnen uitbouwen door wetenschappelijk onderzoek dat werd mogelijk gemaakt door Belgische, Europese en Vlaamse onderzoeksprojecten, uitgevoerd door vele onderzoeksassistenten.

Meerdere daarvan hebben een doctoraat in de rechtsgeleerdheid behaald onder mijn begeleiding, waaronder Stefaan Callens en Tom Goffin, die beiden een academische carrière in het gezondheidsrecht hebben opgebouwd.

Publicaties

Tijdens mijn academische loopbaan heb ik naast het doceren, het aanvragen en uitvoeren van onderzoek, en het begeleiden van doctoraten, veel tijd en energie kunnen besteden aan eigen publicaties, zo’n achthonderd in totaal.

In de loop van 1987 had ik van de redactie van de Algemene Praktische Rechtsverzameling (APR) het verzoek gekregen om het trefwoord ‘Geneeskunde’ te verzorgen. APR is een prestigieuze boekenreeks die begin jaren vijftig van de vorige eeuw was opgericht om de Nederlandstalige rechtsliteratuur in België te bevorderen.

De initiatiefnemers hadden een lijst van trefwoorden opgesteld gaande van A (Adel) tot Z (Zaakwaarneming) die allemaal het voorwerp van een boek dienden uit te maken. ‘Geneeskunde’ was er dus een van.

Ik was zeer vereerd met het verzoek en besteedde er veel tijd aan van 1988 tot 1990. In de loop van 1991 werd de eerste publicatie uitgegeven. Na enige discussie met de redactie had ik wel verkregen dat er een ondertitel aan werd toegevoegd: ‘Recht en medisch handelen’. Ik vreesde dat een titel ‘Geneeskunde’ op zich wel eens tot misverstanden over de inhoud van het boek zou kunnen zorgen.

Het werd het eerste Nederlandstalige handboek voor gezondheidsrecht in België. Een herwerkte Franse vertaling ervan werd in 1995 gepubliceerd onder de titel La médecine et le droit. In 2004 en 2016 verschenen door mij geactualiseerde versies van Geneeskunde. Recht en medisch handelen.

Ik heb veel tijd en energie kunnen besteden aan mijn eigen publicaties.

In 1992 werd ik hoogleraar aan de Faculteit Geneeskunde. Datzelfde jaar werd ook de eerste editie van het Zakboekje voor de Ziekenhuisarts gepubliceerd bij Kluwer.

Begin 1993 stelde Roger Blanpain mij de vraag of ik in het kader van de door hem opgezette reeks International Encyclopaedia of Laws een International Encyclopaedia of Medical Law zou willen opstarten. Ik ging op zijn verzoek in en ben nog steeds de editor ervan. Deze Encyclopaedia bestaat uit 7 volumes met 43 bijdragen waarvan ik er zelf drie verzorg: Belgium, European Union en Netherlands. Ik ben tevens co-auteur van de bijdrage over het Groothertogdom Luxemburg.

In januari 1994 verscheen het eerste nummer van het European Journal of Health Law. Aanvankelijk was ik lid van de Advisory Board van dit tijdschrift, later werd ik lid van de Editorial Board en sedert 2014 ben ik er Editor-in-Chief van.

In 1999 werd ik ook nog lid van de redactie van het Rechtskundig Weekblad.

Deel 4 verschijnt op vrijdag 1 augustus.

Krijg GRATIS toegang tot het artikel
of
Proef ons gratis!Word één maand gratis premium partner en ontdek alle unieke voordelen die wij u te bieden hebben.
  • checkwekelijkse newsletter met nieuws uit uw vakbranche
  • checkdigitale toegang tot 35 vakbladen en financiële sectoroverzichten
  • checkuw bedrijfsnieuws op een selectie van vakwebsites
  • checkmaximale zichtbaarheid voor uw bedrijf
Heeft u al een abonnement? 
Geschreven door Herman Nys25 juli 2025

Meer weten over

Print Magazine

Recente Editie

Nu lezen

Ontdek de nieuwste editie van ons magazine, boordevol inspirerende artikelen, diepgaande inzichten en prachtige visuals. Laat je meenemen op een reis door de meest actuele onderwerpen en verhalen die je niet wilt missen.

In dit magazine
Cookies

Artsenkrant maakt gebruik van cookies om uw gebruikservaring te optimaliseren en te personaliseren. Door gebruik te maken van deze website gaat u akkoord met het privacy- en cookiebeleid.