Arts moet gegevens ontsluiten
Vlaams decreet regelt platform voor overlijdensadministratie
Het Staatsblad van 18 augustus maakt het Vlaams decreet van 14 juli 2025 ‘over het platform voor overlijdensadministratie’ bekend. Het bepaalt onder meer welke gegevens de arts die een overlijden vaststelt via het platform moet ontsluiten.
Herman Nys, em. prof. medisch recht KU Leuven, ex-voorzitter VITAZ
Het Vlaams platform voor overlijdensadministratie heeft de volgende doelstellingen: 1° het administratief proces in verband met het overlijden van een persoon digitaliseren, en de daarmee verbonden gegevens uitwisselen en ontsluiten; 2° de nabestaanden van de overleden persoon ontzorgen bij het administratief proces.
Verplichtingen voor arts die overlijden vaststelt
Hoofdstuk 2 van het decreet bevat specifieke bepalingen per toepassing, deeltoepassing en afgeleide deeltoepassing. Onderafdeling 1 van dit hoofdstuk regelt de deeltoepassing voor de gegevens van de vaststelling van het overlijden.
Artikel 12, dat deel uitmaakt van deze onderafdeling, bepaalt: ‘De volgende aanleverende entiteiten ontsluiten de volgende gegevens van de vaststelling van overlijden via het platform:
1° de arts die het overlijden heeft vastgesteld conform artikel 4 van het KB van 17 juni 1999 ontsluit de gegevens, vermeld in artikel 13 van dit decreet’. Dit KB schrijft het opmaken van een jaarlijkse statistiek van de overlijdensoorzaken voor.
Het eerste lid van artikel 13 bepaalt dat een arts die een overlijden vaststelt, via het platform een vaststelling opmaakt van overlijden conform artikel 4 van het KB van 17 juni 1999.
Verplichte gegevens
Krachtens het tweede lid ontsluit de arts die een overlijden vaststelt, de volgende gegevens via het platform:
- de geboortedatum en geboorteplaats van de overleden persoon;
- het identificatienummer van het Rijksregister of, in voorkomend geval, het identificatienummer van het bisregister van de overleden persoon;
- in voorkomend geval, het identificatienummer van het Rijksregister, de geboortedatum, geboorteplaats en het geslacht van de moeder van een levenloos kind of van een overleden kind tot één jaar;
- het e-mailadres van de arts;
- in voorkomend geval, het attest, vermeld in artikel 19, § 1, 3°, van het decreet van 16 januari 2004 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging (aanvraag tot toestemming voor crematie);
- in voorkomend geval, het attest, vermeld in artikel 58, § 1 en § 2, van het oud Burgerlijk Wetboek (overlijden van een kind op het ogenblik van de vaststelling van de bevalling).
Artikel 16 van het decreet van 14 juli 2025 bepaalt dat de arts die het overlijden vaststelt vermeld in artikel 19, § 1, 3°, van het decreet van 16 januari 2004 op de begraafplaatsen, als aanleverende entiteit, het daarin vermelde attest ontsluit.
Krachtens artikel 19 van het decreet van 14 juli 2025 ontsluit de beëdigd arts, die het verslag conform artikel 19, § 1, 3°, van het decreet van 16 januari 2004 opstelt, als aanleverende entiteit, dat verslag en het identificatienummer van het Rijksregister van de overleden persoon via het platform.
De hierboven vermelde bepalingen van het decreet van 14 juli 2025 treden in werking op 1 november 2025 (artikel 52).