Wetsvoorstel wil erkenning stilgeboorte humaniseren
Volksvertegenwoordigers Kristien Van Vaerenbergh en Sophie De Wit (N-VA) dienden op 3 oktober bij de Kamer van Volksvertegenwoordigers een wetsvoorstel in om de wetgeving over de erkenning van een levenloos geboren kind te humaniseren.
Herman Nys, em. prof. medisch recht KU Leuven, ex-voorzitter VITAZ
Het wetsvoorstel vraagt de wijziging van het oud Burgerlijk Wetboek betreffende de erkenning van een levenloos geboren kind’. Vandaag hebben ouders van een levenloos geboren kind de mogelijkheid om vanaf 140 dagen zwangerschap een akte van erkenning te laten opmaken.
Dit wetsvoorstel gaat er echter van uit dat de zwangerschapsduur waarin het verlies plaatsvindt arbitrair gekozen is, en ondergeschikt aan het verdriet van de ouders. Het schaft dan ook deze ondergrens af.
Artikel 58 § 2 Oud BW
Artikel 58 § 2 van het Oud BW bepaalt dat wanneer een kind overleden is op het ogenblik van de vaststelling van de bevalling door de arts of de vroedvrouw na een zwangerschapsduur van 140 dagen tot 179 dagen, te rekenen van de verwekking, de ambtenaar van de burgerlijke stand, op basis van een medisch attest en op verzoek van de moeder of op verzoek van de vader of de meemoeder die is gehuwd met de moeder of die een prenatale erkenning heeft gedaan, of, op verzoek van de vader of de meemoeder die niet is gehuwd met de moeder noch het verwekt kind heeft erkend en met toestemming van de moeder, een akte van een levenloos kind opmaakt.
Schrapping van de ondergrens
Het wetsvoorstel beoogt om de woorden ‘140 dagen tot’ te vervangen door ‘minder dan’. Volgens de indieners is er nog meer nood aan humanisering van de huidige wetgeving. Het helpen verwerken van het verlies en de ondersteuning van het rouwproces is daarbij de hoofdbekommernis.
De zwangerschapsduur waarin het verlies plaatsvindt, is ondergeschikt aan het verdriet van de ouders. Het verlangen naar het nieuwe leven is groot, vaak al van lang voor de zwangerschap. Ook al komt hun langverwachte kind levenloos op de wereld, voor vele ouders blijft hun “stil” kindje een volwaardig deel van hun gezin.
Daarom willen de indieners de ondergrens van 140 dagen zwangerschap voor de facultatieve akte afschaffen. De grens van 140 dagen zwangerschap is arbitrair. Het idee van het toekomstig kindje kan immers al voor of zeer vroeg tijdens de zwangerschap reëel zijn voor ouders.
Geen afbreuk aan het recht op abortus
De indieners stellen dat hun wetsvoorstel geen afbreuk doet aan het recht op abortus. Het wetsvoorstel heeft, juist door de link niet te leggen met de levensvatbaarheidsgrens, geen andere functie dan het ondersteunen van rouwende ouders.
Dit geldt ook voor een vrouw die voor een zwangerschapsafbreking heeft gekozen. Ook zij kan, om welke reden dan ook, het idee van het kindje wel willen erkennen. Het recht op abortus doet geen afbreuk aan het recht op rouw, en omgekeerd.