UZ Brussel beleeft haast elke dag een incident
'Wij vechten voor u, niet tegen u'
UZ Brussel roept patiënten en bezoekers op om zorgverleners met respect te behandelen. Agressie heeft geen plaats in de zorg, zegt CEO Mark De Ridder.

De voorbije maanden waren er in België meerdere dramatische incidenten van geweld tegen zorgverleners. Op 19 juni werden twee verpleegkundigen op de spoed van het Sint-Pieterziekenhuis in Brussel neergestoken, en op 13 augustus werd een OCMW-medewerker in Gent vermoord tijdens een huisbezoek.
“Dat zijn de extreme gevallen die in de media komen”, zegt prof. dr. Mark De Ridder. “Maar het is maar het topje van de ijsberg.”
Uit een recente studie van Vias institute (juni 2025) blijkt dat negen op de tien zorgmedewerkers het afgelopen jaar slachtoffer werd van een of andere vorm van geweld. Eén op de twee maakte fysiek geweld mee. En één op de zeven zorgverleners wordt elke week wel eens uitgescholden.
Groeiend probleem
Volgens De Ridder verloopt de maatschappelijke reactie op zware agressie altijd in hetzelfde patroon. “Na zo’n incident volgt er een golf van verontwaardiging. Er zijn veel intenties om actie te ondernemen, maar na verloop van tijd deemstert dat weer weg. Tot het volgende drama, waarna de cyclus opnieuw begint.”
Toch wil De Ridder beleidsmakers niet met de vinger wijzen. “Het probleem is ontzettend complex, en er is geen enkele ingreep die het in één klap kan oplossen.” Hij ziet verschillende oorzaken. “Ik heb de indruk dat het sociale cement minder sterk is dan vroeger. Mensen zijn sneller geïrriteerd en minder geneigd rekening te houden met elkaar.”
Wachten op de spoeddienst
Ook de druk op spoeddiensten speelt een grote rol. “Vroeger hadden de meeste mensen een vaste huisarts; zeker in de Brusselse regio is dat vandaag vaak niet meer zo. Patiënten komen daardoor sneller naar de spoed, waar ze niemand kennen en vaak lang moeten wachten."
"Toen ik zelf nog wachten deed, kon je elke nacht nog wel een paar uur slapen. Vandaag is het 24/7 druk op de spoed. Die wachttijden zorgen voor frustratie en soms agressie. Natuurlijk is dat totaal geen excuus, maar het verklaart wel een deel van de spanningen.”
Ook aan de hoofdingang en inschrijvingen lopen spanningen soms op, bijvoorbeeld wanneer mensen gewezen worden op openstaande facturen. Op de materniteit kan het druk worden bij babybezoek, wat in combinatie met alcoholgebruik soms ook voor problemen zorgt. Zelfs bewakers krijgen regelmatig met agressie te maken: een van de bewakingsagenten werd buiten het ziekenhuis bedreigd door een groep, vertelt De Ridder.
Het UZ Brussel rapporteert systematisch elk incident op de spoed aan de politie
Bijna elke dag een incident
Het UZ Brussel roept medewerkers op om elk geval van agressie te rapporteren. 'We hebben een systeem voor het rapporteren van incidenten, waar bijvoorbeeld valincidenten en andere zaken worden gerapporteerd. 'Agressie' staat nu bovenaan de lijst als signaal voor onze medewerkers dat we dit zeer serieus nemen.'
Jaarlijks worden zo tussen de 275 en 300 gevallen van agressie gemeld in het ziekenhuis – bijna elke dag een incident. In 84 procent van de gevallen gaat het om verbaal geweld, in vier procent om non-verbaal gedrag zoals intimiderend gegesticuleer. In twee procent gaat het om agressie tegen voorwerpen (stampen, boksen).
In tien procent van de gevallen betreft het daadwerkelijk fysiek geweld tegen zorgverleners. De Ridder vermoedt dat incidenten uit die laatste categorie altijd worden gerapporteerd, terwijl verbale agressie nog te vaak ongemeld blijft.
Voorbereiden en beschermen
Het ziekenhuis probeert zijn medewerkers zo goed mogelijk te wapenen. “Binnen UZ Brussel Academy bieden we opleidingen rond omgaan met geweld. Medewerkers leren de triggers herkennen en strategieën om escalatie te vermijden.”
Naast preventie investeert het ziekenhuis ook in veiligheid. “Op de spoedgevallendienst, de dienst waar het vaakst agressie wordt vastgesteld en ook geregistreerd, hebben we alarmknoppen op verschillende plaatsen, camera’s in risicolokalen en DECT-telefoons uitgerust met een noodknop. Als iemand zich bedreigd voelt, kan er meteen bewaking of hulp komen.”
Het ziekenhuis rapporteert systematisch elk incident op de spoed aan de politie. Dat gebeurt niet uit naam van een individuele verpleegkundige of arts, maar namens de spoeddienst. Zo kunnen medewerkers niet persoonlijk geïdentificeerd worden in een proces-verbaal.
Sensibiliseren
Om oplopende frustratie tijdens het wachten aan te pakken, werkt UZ Brussel met een systeem dat de reële wachttijden aangeeft. “Als je op consultatie komt, zie je of de arts op het tijdschema zit of vertraging heeft. Mensen weten dan of ze nog de tijd hebben voor een wandeling of om naar de cafetaria te gaan. Op spoed is dat gekoppeld aan de triagekleur die de ernst aangeeft – iemand die groen, oranje of rood getrieerd werd, ziet hoe lang de wachttijd voor die categorie nog is.”
Last but not least wil UZ Brussel ook bewustzijn creëren voor het probleem. “De slagzin ‘wij vechten voor u, niet tegen u’ vat het goed samen,” zegt Mark De Ridder. “Mensen in de zorg hebben een roeping om anderen te helpen. Ze komen vaak in aanraking met patiënten in moeilijke omstandigheden, die daardoor gestresseerd zijn. Maar het zou vanzelfsprekend moeten zijn dat mensen die anderen helpen, zelf geen slachtoffer mogen worden van agressie. Zonder zorgverleners is er geen zorg.”
“Het is essentieel dat patiënten en bezoekers begrijpen dat zorgverleners er zijn om hen te helpen, het zijn geen tegenstanders. Het minste wat we mogen verwachten, is respect.”