Verduidelijking voor wetsvoorstel over comfortkosten

Kamerlid Jan Bertels (Vooruit) heeft amendementen ingediend bij zijn eigen wetsvoorstel dat het aanrekenen van comfortkosten aan banden wil leggen.

Herman Nys, em. prof. medisch recht, ex-voorzitter VITAZ

De Kamerleden Jan Bertels en Funda Oru (Vooruit) dienden in het voorjaar  bij de Kamer van Volksvertegenwoordigers een wetsvoorstel in tot wijziging van de Ziekenhuiswet ‘teneinde bij een ziekenhuisopname een verbod in te voeren op het aanrekenen van comfortkosten voor zaken die standaard in een kamer aanwezig zijn’.

Dit wetsvoorstel beoogt om bij een ziekenhuisopname een einde te maken aan het aanrekenen van comfortkosten voor zaken die standaard in een kamer aanwezig zijn, de zogenaamde ‘verborgen supplementen’.

Kamerlid Bertels diende nu zelf enkele amendementen in ter verduidelijking van zijn voorstel.

Aanvulling artikel 97 Ziekenhuiswet met kosten voor verblijf

Het oorspronkelijke wetsvoorstel vulde artikel 97 Ziekenhuiswet aan met een paragraaf 4 die als volgt luidde: ‘Voor het verblijf in een individuele kamer, een tweepatiëntenkamer of een gemeenschappelijke kamer, met inbegrip van de daghospitalisatie, mag geen bedrag worden aangerekend ten laste van de patiënt voor het comfort en/of inrichting van de kamer, met uitzondering van een supplement aangerekend conform paragraaf 1.’ 

Die paragraaf bepaalt dat voor het verblijf in een individuele kamer, met inbegrip van de daghospitalisatie,  boven het budget van financiële middelen, ten laste van de patiënt die zulke kamer heeft geëist, een supplement mag worden aangerekend op voorwaarde dat tenminste de helft van het aantal bedden in het ziekenhuis beschikbaar kan worden gesteld voor het onderbrengen van patiënten die zonder supplementen wensen te worden opgenomen.

De voorgestelde paragraaf 4 wordt als volgt vervangen: “ Ongeacht het kamertype, ook bij daghospitalisatie, mag geen enkel bedrag aan de patiënt worden gefactureerd voor de inrichting en/of het comfort van de kamer of van zijn verblijf, met uitzondering van het supplement dat overeenkomstig paragraaf 1 wordt gefactureerd.”

Die wijziging wordt als volgt toegelicht: ‘Om de leesbaarheid te bevorderen worden de verschillende kamertypes niet meer apart benoemd. Bovendien voegen we eraan toe dat er voor het verblijf geen kosten mogen worden gefactureerd. Dit om te vermijden dat er bijvoorbeeld kosten worden aangerekend aan patiënten voor toegang tot een recreatieruimte. Dat staat los van de kamer zelf, maar is wel verbonden aan het verblijf van de patiënt’.

Aanvulling artikel 98 Ziekenhuiswet: toestemming patiënt

Het amendement voegt voorts een lid toe aan artikel 98 Ziekenhuiswet dat als volgt luidt: ‘Onder voorbehoud van de toepassing van artikel 97, § 4, kunnen de goederen en diensten van niet-rechtstreeks medische aard alleen worden gefactureerd aan de patiënt na zijn voorafgaande, uitdrukkelijke en specifieke toestemming.’

Dit amendement garandeert dat wanneer er toch kosten worden aangerekend, bijvoorbeeld voor dranken andere dan water, de patiënt daar voorafgaand actief en bewust voor heeft gekozen en niet achteraf pas de kosten ontdekt.