Langdurig zieken
Een veelkoppig monster
In zijn slottoespraak tijdens het symposium dat het Vlaams Artsenverbond (VAV) en het Aktiekomitee - Vlaamse Sociale Zekerheid (AK-VSZ) organiseerden over de problematiek van de langdurig zieken, wees VAV-voorzitter dr. Jan Van Meirhaeghe uitdrukkelijk naar het communautaire aspect van de problematiek.
Filip Ceulemans
Het lijkt wel alsof het bestuur van het Vlaams Artsenverbond (VAV) een glazen bol had toen het in het najaar van 2024 besliste de problematiek van de langdurig zieken te nemen als thema van het tweejaarlijks symposium dat het VAV organiseert samen met het Aktiekomitee – Vlaamse Sociale Zekerheid (AK-VSZ). Sinds enkele maanden staan langdurig zieken – en hoe hun aantal verminderen – hoog op de politieke agenda.
De rode lampen gingen in de Wetstraat branden toen in december vorig jaar aan het licht kwam dat eind 2023 de kaap van de 500.000 langdurig zieken in België was overschreden. Het cijfer dat toen circuleerde, was 526.507. Volgens Meirhaeghe ligt het echte aantal langdurig zieken nog een pak hoger omdat in de cijfers van het RIZIV de ambtenaren niet zijn meegeteld. “De verdubbeling van het aantal op vijftien jaar tijd, toont aan wat het gevolg is van het loslaten van controles en wijst ook op een voortschrijdende mentaliteitsverandering bij alle betrokkenen.”
Kwart van het RIZIV-budget
De kost werd begin dit jaar geraamd op 9 miljard euro en is intussen bijgesteld tot 11 miljard euro. “Wordt de kost voor zieken die minder dan één jaar thuis zijn nog toegevoegd dan loopt het zelfs op tot 14,6 miljard euro. Bijna een kwart van het RIZIV-budget gaat dus naar arbeidsongeschiktheid. Dat is meer dan het budget voor artsen en geneesmiddelen”, rekende Van Meirhaeghe voor.
Psychische stoornissen zoals burn-out en depressie zijn, samen met problemen van het bewegingsstelsel, goed voor twee derde van de langdurige ziekten. “Als orthopedisch chirurg, die een hele loopbaan heeft gewijd aan het behandelen van aandoeningen van de wervelkolom, kan ik gerust meegeven dat een groot deel van de patiënten die onder ‘bewegingsstelsel’ vallen, eigenlijk in de categorie ‘psychische aandoeningen’ kan worden ondergebracht”, vertelde de VAV-voorzitter uit eigen ervaring.
Buitenland
“In 2023 waren 11.717 langdurig zieken officieel gedomicilieerd in het buitenland. Dat is 2% van het totaal. De helft van hen heeft al meer dan vier jaar een uitkering. Dat ze in Spanje, Portugal of Frankrijk wonen, maakt hun re-integratie op de lokale arbeidsmarkt er niet makkelijker op”, luidde het cynisch. “De poort naar misbruik en fraude staat wagenwijd open.”
“Naast de Belgen die in het buitenland verblijven, zijn er nog 56.297 langdurig zieken die niet over de Belgische nationaliteit beschikken - dat is meer dan 10% van het totaal. Uit cijfers die Kamerlid Ellen Samyn (Vlaams Belang) eerder dit jaar opvroeg, blijkt dat dit bijna een kwart van de langdurig zieken betreft (11.258 op 46.879). In Vlaanderen en Wallonië gaat het in exacte aantallen om ongeveer een even grote groep met respectievelijk 20.070 en 19.580 langdurig zieken. De grootste groep langdurig zieke niet-Belgen hebben de Italiaanse nationaliteit (12.887), gevolgd door Fransen (8.672) en Nederlanders (6.769). “Het Rapport Diversiteit 2024 van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg noemt de stijging bij personen met een migratie-achtergrond dramatisch. Mensen van Maghrebijnse en Turkse afkomst vertegenwoordigden in 2021, met 70.000 langdurig zieken, 12% van alle langdurig zieken. Het aandeel van Belgen in het buitenland en personen met een migratieachtergrond is intussen opgelopen tot 25% van de langdurig arbeidsongeschikten.”
Hand in eigen boezem
Voor Van Meirhaeghe is het duidelijk dat veel langdurig zieken niet per definitie (volledig) arbeidsongeschikt zijn. “Wij behandelen dagelijks patiënten die herstellen van breuken en die begeleid moeten worden naar werkhervatting. Er is veel overtuigingskracht nodig om de patiënten daarvoor te motiveren. Meestal komen dan twee reacties. ‘Ik ga maar terug aan het werk als ik 100% genezen ben’ of ‘Den baas heeft gezegd dat hij mij maar terug toelaat als ik 100% kan werken’.”
Van Meirhaeghe stak ook de hand in eigen boezem: “Doen we als artsen nog voldoende aan gezondheidsopvoeding? ‘Werken is goed voor uw gezondheid’ is een advies dat niet meer wordt gegeven. Nochtans is werken effectief goed voor de gezondheid. Maar een ziekte-attest voorschrijven duurt vijf seconden, een attest weigeren tien minuten. Als chirurg voeg ik daar nog de bedenking aan toe dat een operatie boeken één minuut duur, een correct therapeutisch advies geven over een niet-operatieve behandeling een kwartier. Helaas is de rekening voor veel artsen snel gemaakt.”
Snellere toename in Wallonië
Ten slotte wees Van Meirhaeghe op de regionale verschillen. “In Wallonië is 9,3% van de bevolking tussen 19 en 64 jaar langdurig ziek, in Brussel is dat 5,9% en in Vlaanderen 6,9%. Dat Brussel een relatief laag percentage heeft, is te wijten aan de hogere werkloosheidsgraad in de hoofdstad (11,9% tegenover 3,8% in Vlaanderen en 7,8% in Wallonië). De toename van het aantal langdurig zieken gaat bovendien sneller in Wallonië (+ 24,1% tussen 2017 en 2022) dan in Vlaanderen (+18%). Ook in het dossier van de langdurig zieken vinden we dus opnieuw argumenten die de visie van het Vlaams Artsenverbond ondersteunen: de splitsing van de arbeidsmarkt- en tewerkstellingsbevoegdheden en de verdere communautarisering van de gezondheidzorg, inbegrepen de ziekte- en invaliditeitsverzekering.”