Huisartsenwachtposten in Brussel
In Brusselse huisartsenwachtposten is kennis van het Nederlands geen randvoorwaarde, maar een basisbehoefte, zei Vlaams minister Cieltje Van Achter.
In de Commissie van het Vlaams Parlement voor Brussel en de Vlaamse Rand werd op 23 april gediscusieerd over onder meer de nood aan een tweetalige huisartsenwachtpost in het noorden van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Uit de tussenkomst van Vlaams minister Cieltje Van Achter hebben we het volgende onthouden.
De Brusselse wachtdienst
De Brusselse Wachtdienst (GBBW) doet zelf inspanningen en geeft een eenmalige premie aan Franstalige artsen die succesvol een examen Nederlands afleggen. Er zijn er al die dat gedaan hebben, dus het is wel iets dat resultaten heeft.
Daarnaast loopt er sinds september 2024 een onderzoek van de VUB, met middelen van de VGC, naar het gebruik van technologische vertaaltools in Brusselse huisartsenwachtposten.
Dit onderzoek bekijkt of vertaaltools complementair kunnen worden ingezet in de wachtposten, met als doel meer Nederlandstalige zorg te leveren naast de bestaande tweetalige en mobiele wachtposten. Zo kan een patiënt tijdens het weekend een Nederlandstalige huisarts over de vloer krijgen.
Zeven huisartsenwachtposten
De wachtpostdienst baat momenteel zeven wachtposten uit in Brussel, waarvan één tweetalig. Het is zo dat tot begin 2024 er een tweetalige wachtpost was aan het UZ in Jette. Die locatie kwam er op vraag van het UZ Brussel zelf, gezien de strategische ligging en de mogelijke samenwerking met de spoeddienst.
De Brusselse wachtdienst geeft echter aan dat het aantal patiënten er erg laag bleef, wat leidde tot demotivatie bij medewerkers en artsen. Sinds 1 januari 2024 is de tweetalige wachtpost opnieuw gecentraliseerd nabij de Kruidtuin, in het centrum van Brussel. Dat blijkt momenteel de best bereikbare locatie.
De wachtdienst blijft wel op zoek naar een nieuwe locatie in het noorden van Brussel. Er loopt momenteel een aanvraag voor de oprichting van een achtste wachtpost, maar meer info daarover heeft Van Achter niet.
Nederlands basisbehoefte op huisartsenwachtpost
De sleutel tot vooruitgang ligt volgens Van Achter in taalontwikkeling Nederlands, een ketenbenadering en een betere samenwerking. “We hebben daarbij in Brussel mensen nodig die niet alleen vakbekwaam zijn, maar ook respectvol kunnen omgaan met een diverse patiëntenpopulatie”. Kennis van het Nederlands is daarin geen randvoorwaarde, maar een basisbehoefte, aldus Van Achter.
Ze wil verder meewerken in de welzijns- en gezondheidssector om ervoor te zorgen dat Nederlandstaligen in de eigen taal terechtkunnen.
Het Vlaamse regeerakkoord voorziet dat er een kwaliteitskader voor Nederlands in zorgorganisaties wordt opgesteld. In de kinderopvang bestaat zo’n kader al, ook voor Brussel, gemaakt door het Huis van het Nederlands. Samen met haar collega, Vlaams minister Gennez, belooft Van Achter te kijken naar kaders voor woonzorgcentra, lokale dienstencentra en de thuiszorgsector die vanuit Vlaanderen gesubsidieerd worden.