Vlaams minister van Brussel Cieltje Van Achter
ToTaalplan voor Brussel
Met het ToTaalplan Nederlands voor Brussel schuift Vlaams minister van Media en Brussel, Cieltje Van Achter (N-VA), de kennis van het Nederlands als absolute prioriteit naar voor in haar beleid in de hoofdstad. Het plan bevat zowel al bestaande als nieuwe initiatieven.
Filip Ceulemans
Kennis van het Nederlands biedt Brusselaars kans op sociale en economische vooruitgang. Dat is het centrale idee in de plannen van Vlaams minister van Media en Brussel Cieltje Van Achter (N-VA) om de kennis van het Nederlands op te krikken in de hoofdstad. Het resultaat is het zogenoemde ToTaalplan Brussel. Dat kwam er na breed overleg binnen de Vlaamse overheid en bij actoren uit het bredere werkveld.
"Het moet vanzelfsprekend worden dat je in Brussel ook gewoon Nederlands kan oefenen en gebruiken."
“Het is een primeur dat de Vlaamse Regering samen met de administraties en het werkveld binnen één plan gezamenlijk en ten volle het Nederlands in Brussel gaat bevorderen en versterken. Elk beleidsdomein gaat zo extra inspanningen doen zodat we samen het gebruik van het Nederlands bevorderen. Het moet vanzelfsprekend worden dat je in Brussel ook gewoon Nederlands kan oefenen en gebruiken”, aldus Van Achter.
Het plan steunt op drie centrale pijlers:
- Goede Nederlandse taalkennis bij kinderen en jongeren via het onderwijs, bibliotheken, jeugdwerking en sportclubs.
- Het Nederlands als sleutel tot een betere toekomst voor Brusselaars. Voor volwassenen opent het Nederlands de deur naar werk, opleiding en integratie. Nederlands leren is essentieel, maar minstens even belangrijk is de kans om de taal te gebruiken in het echte leven. Het ToTaalpan investeert daarom in oefenkansen op het werk, in de vrije tijd en in de buurt.
- Een overheid die Nederlands kent en gebruikt. Bestaande taalwetten zijn in Brussel al te vaak dode letter. Burgers die hulp zoeken bij de politie, op spoeddiensten of bij de administratie, kunnen niet altijd terecht in hun eigen taal.
Geen luxe, maar een recht
Dat er inzake tweetalige dienstverlening in Brusselse ziekenhuizen nog veel werk op de plank ligt, is geen geheim. “Tweetalige zorg en hulpverlening: van ambitie naar realiteit”, luidt daarom één van de hoofdstukken in het ToTaalplan. “In situaties van nood, kwetsbaarheid of zorg is volwaardige Nederlandstalige dienstverlening geen luxe, maar een recht”, aldus de minister. “Elke burger moet erop kunnen rekenen dat hij in het Nederlands wordt geholpen – aan het loket, aan de telefoon én op het terrein. In ziekenhuizen, zorgvoorzieningen en hulpdiensten is dit vaak van levensbelang.”
Vandaag ontbreekt het in verschillende Brusselse ziekenhuizen aan personeel dat het Nederlands voldoende beheerst. Nederlandstalige patiënten blijven daardoor vaak in de kou staan. “Zelfs in voorzieningen van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie (GGC) is de Nederlandstalige dienstverlening niet altijd gegarandeerd. Dat leidt tot frustratie, onveiligheid en een aantasting van de rechten van Nederlandstalige patiënten”, stelt Van Achter vast.
Prioritair op de agenda
De aanpak van het probleem in de zorgsector staat prioritair op de agenda. “We vragen van zorgvoorzieningen dat ze hun tweetalige opdracht ernstig nemen en een concreet traject uitwerken naar een volwaardige Nederlandstalige dienstverlening. Tegelijkertijd blijven we investeren in de instroom van Nederlandskundig zorgpersoneel.”
In samenwerking met Gibbis, het Huis van het Nederlands, het Huis voor Gezondheid en de GGC wordt ingezet op taalondersteuning binnen Brusselse ziekenhuizen. Goede praktijken rond taalbeleid worden in kaart gebracht, succesvolle initiatieven verspreid en deelname aan opleidingstrajecten Nederlands gestimuleerd.
Omdat concrete, objectieve cijfers over de kennis en het gebruik van het Nederlands binnen Brusselse ziekenhuizen vaak ontbreken, wordt met minstens één ziekenhuis een proefproject opgestart dat op een tastbare en meetbare manier de tweetaligheid van het personeel moet opkrikken.
Bij de GGC en de federale overheid dringt Van Achter erop aan de taalwetgeving kordaat op te volgen, in het bijzonder voor de spoeddiensten. Met het Vlaams Meldpunt Taalklachten in de Brusselse ziekenhuizen volgt de minister de klachten op over ontbrekende Nederlandstalige hulp bij spoedgevallen.