ITG-onderzoekers luiden alarmklok
Onderzoekers van het Instituut voor Tropische Geneeskunde waarschuwen voor de desastreuze gevolgen van de beslissing van de Verenigde Staten om de financiering van gezondheidsprogramma’s te stoppen.
Filip Ceulemans
Toen president Trump eind februari aankondigde drastisch te snijden in de financiering van buitenlandse gezondheidsprogramma’s lokte dat meteen felle reacties uit in de sector. Sleutelprogramma’s als PEPFAR, USAID, het poliovaccinatieprogramma van UNICEF en UNAIDS waren bij de getroffen programma’s. “Vandaag niet reageren, zal niet enkel leiden tot meer menselijk lijden, maar op termijn ook tot een grotere kost. Wanneer gezondheidssystemen worden ontmanteld, kost het decennia om ze terug op te bouwen”, zeggen Rafaella Ravinetto en Kristof Decoster van het Instituut voor Tropische Geneeskunde in Antwerpen.
In een recent gepubliceerde bijdrage in PLOS Global Public Health zeggen Ravinetto, Decoster en hun ITG-collega Gorik Ooms dat het niet te laat is om nog actie te ondernemen. Een centrale rol is weggelegd voor de Global Fund, een wereldwijd partnerschap om hiv, tuberculose en malaria te bestrijden en de grootste multilaterale financiering van deze programma’s in derdewereldlanden. Momenteel heeft het een budget van 6 miljard dollar per jaar.
Global Fund

Het huidige systeem, gebaseerd op vrijwillige bijdragen, moet fundamenteel worden herzien. De ITG-onderzoekers pleiten voor een systeem waarbij alle landen een bepaald percentage van het BBP investeren in de Global Fund. Gebeurt dat niet, dan dreigen er volgens hen een aantal catastrofes.
Het aantal mensen dat een hiv-behandeling krijgt, steeg van 1 miljoen in 2000 tot 30 miljoen in 2024. Valt de financiering plots weg, dan zou dat uitmonden in zes miljoen bijkomende sterfgevallen en negen miljoen nieuwe infecties. De meest kwetsbare groepen (sekswerkers, transgenders, non-binaire personen, mannen die seks hebben met mannen) zullen het grootste slachtoffer zijn.
Tuberculose is vandaag, met 1,25 miljoen dodelijke slachtoffers, een van de grootste ‘killers’ ter wereld. Het wegvallen van financiering voor porgramma’s zou de deur openzetten voor een massale verspreiding van de ziekte. In eerste instantie zouden landen in het globale zuiden getroffen worden, maar ook de impact in westerse landen valt niet te onderschatten.
Gezondheidsnationalisme
Malaria bedreigt de helft van de wereldbevolking. Alleen al in 2023 werden 263 miljoen slachtoffers geteld, waarvan ongeveer 600.000 de ziekte niet overleefden. Vooral kinderen jonger dan vijf jaar in sub-Sahara Afrika behoren tot deze laatste groep. Klimaatverandering kan deze evolutie nog versterken.
“Globale problemen vragen om globale oplossingen”, zegt Gorik Ooms. “Snoeien in de financiering van gezondheidszorg is een bedreiging voor de toekomst. Eenvoudige infecties worden fatale aandoeningen en ziektes overschrijden sneller dan ooit tevoren landsgrenzen. Vervallen we in ‘gezondheidsnationalisme’ waarbij landen de eigen gezondheidssituatie laten voorgaan op globale samenwerking, dan zullen toekomstige generaties de prijs betalen.”