Conflict of interest: is je oordeel gekleurd?
Belangenconflict. Een groot woord, met gewichtige lading. Belangen zijn belangrijk, conflicten vermijden we liever. In het Engels gebruiken we zelfs drie woorden: conflict of interest, afgekort tot het meer behapbare ‘COI’.
Ilse Degreef, handchirurg UZ Leuven, hoogleraar orthopedie KU Leuven
Onlangs werd ik gevraagd om hierover te spreken op het driejaarlijkse IFSSH-congres in Washington DC. Mijn ‘neen’ is nog in training, dus zei ik ‘ja’.
Pas later, bij het zien van het programma, besefte ik de uitdaging: een lezing om 7u ’s ochtends, jetlag inbegrepen, over een onderwerp dat aanvankelijk droog leek. Maar de voorbereiding werd verrassend boeiend.
Immers, we denken bij een COI meestal aan financiële belangen, waarbij je als boodschapper mogelijk beïnvloed bent in je berichtgeving. Zo kan je behoorlijk optimistisch voor de dag komen over een bepaald product, middel of medicijn, bij rapportering van je resultaten, tevredenheid of indicatiestelling, als een betrokken firma je reis naar het congres betaalde, je verblijf een upgrade gaf naar hotel met zwembad en je een fijne sterrenmenu voorgeschoteld kreeg de avond voordien.
In die zin was ik er tamelijk gerust in: ik had geen COI. Jammer genoeg. Maar, dat bleek te kort door de bocht.
Immers, een COI is elke situatie waarin persoonlijke of financiële belangen je professionele oordeel kunnen beïnvloeden. Het Institute of Medicine definieerde dit met een Guideline in 2011, toevallig ook in Washington.
Inmiddels zijn er ethische codes, wetten en transparantieplatformen ontwikkeld over financiële voordelen voor artsen. Sprekers moeten deze COI's eerst verklaren voordat ze levendige presentaties geven.
Bij kleinere bedragen lijken we dat nog niet goed te doen, met een drempel van 1000 euro: de helft vermeldt COI’s erboven, eronder zelfs amper 5%. Niet het hebben van COI's is het probleem, maar het verzwijgen ervan. Dat kan misleidend en zelfs strafbaar zijn.
Ik voel me alvast ongemakkelijk wanneer ik in de krant of op andere nieuwsbronnen collega’s zie die met opvallend enthousiasme bepaalde ‘uitvindingen’ aanprijzen, zonder erbij te vermelden dat ze ook voorzitter zijn van het bedrijf dat deze producten op de markt brengt.
Niet het hébben van COI’s is het probleem, maar het verzwijgen ervan.
Maar om een lang verhaal kort te maken, zoals het hoort in een column: naast financiële COI’s kunnen dus ook niet-financiële belangen je oordeel kleuren. Tot mijn verbazing vaak zonder dat je het zelf beseft. Lezers en luisteraars hebben recht op die context, zodat ze hun eigen conclusies kunnen trekken. Ik was trouwens verrast over hoeveel belangenconflicten ik dus wel degelijk blijk te ‘genieten’!
Zo ben ik hoogleraar: belangenconflict. Je wil immers academisch presteren. Ik ontving een FWO-beurs: belangenconflict. Hoezo? Dit geeft me toch enkel tijd om academisch onderzoek te verrichten? Fout: je wil iets bewijzen.
Ik kreeg een drinkbus van het congres. De dorstige laven, is hem mogelijk verleiden of overmatig gunstig stemmen. Zelfs een (ongeopende) fles wijn van een bedrijf moet ik vermelden. Je weet maar nooit of de drang om hem te ledigen mijn objectiviteit heeft aangetast.
Mijn onderzoek naar COI’s heeft mij veranderd. Aan het einde van mijn lezing uitte ik zelfs mijn sympathie voor de moderator. Want ook dat is een COI. Zij verleidde me tot ‘ja’ zeggen. Geen spijt, overigens. Inmiddels werk ik aan een review over dit onderwerp. Op uitnodiging. Oei…