"Percentages supplementen zijn sleutel voor pax medica"
Na overleg: BVAS en Kartel willen uitstel voor kaderwet
Na nieuw overleg op 11 juli op het kabinet van Frank Vandenbroucke roept BVAS de regering op om de goedkeuring van de tekst uit te stellen. Kartel erkent dat er vooruitgang is, maar vraagt ook om de tekst nog niet goed te keuren.
Laurent Zanella
Minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke ontving vrijdagavond 11 juli opnieuw vertegenwoordigers van artsen, tandartsen en ziekenfondsen voor overleg over zijn omstreden voorontwerp van kaderwet.

Volgens Dr. Patrick Emonts, voorzitter van BVAS/ABSyM, was de discussie, die in zes punten was opgedeeld, "interessant", maar is er nog geen consensus over diverse punten.

"Het is onmogelijk om met zoveel mensen rond de tafel overeenstemming te bereiken en het voorontwerp van wet tegen 21 juli [de deadline voor de goedkeuring van de eerste versie door de ministerraad, n.v.d.r.] te herzien door een antwoord te geven op alle knelpunten",
Emonts erkent dat er openingen gemaakt werden. Maar er blijven nog verschillende knelpunten over, waaronder de index die gekoppeld blijft aan de conventionering; de mogelijkheid om een RIZIV-nummer in te trekken die nog niet voldoende is afgebakend; de mogelijkheid tot gedeeltelijke conventionering die niet in overeenstemming is met wat er in de praktijk gebeurt; de financiering van de artensyndicaten; en de ereloonsupplementen in de ambulante zorg.
"Wij begrijpen niet waarom de minister de ambulante sector wil aanpakken, terwijl patiënten nog altijd in het ziekenhuis terecht kunnen voor hun behandeling. Er moet nu een brug worden geslagen naar de zorgverleners op het terrein, vooral in de ambulante zorg", zegt Emonts.
Minister Vandenbroucke wil zijn ontwerpwet vandaag (14 juli) voorleggen aan het kernkabinet, maar dat is volgens BVAS veel te snel. BVAS roept de regering dan ook op om uitstel van de indiening van dit voorontwerp van wet te vragen, zodat er in alle rust aan gewerkt kan worden en een evenwichtige hervorming tot stand kan komen die door alle partijen aan tafel kan worden aanvaard.
Sleutel tot pax medica
Ook Thomas Gevaert (Kartel) erkent in een post op LinkedIn dat er nieuwe openingen gemaakt zijn. Daarbij noemt hij toezegging om de toelichting – of zelfs de wettekst – voor het intrekken van RIZIV-nummers te verduidelijken, zodat "duidelijk wordt dat het fraudeurs betreft en niet zaken in een grijze zone".

De financiering van de syndicaten kan volgens de nieuws tekst afgesproken worden "in de respectieve akkoordencommissies". Ook de regelgeving voor het opzeggen van een overeenkomst zou moeten veranderen: "Er is een toezegging om bij een tweede stemming een gewone meerderheid te noteren." Wat betreft de vaststelling van maximumtarieven, dit zou het onderwerp moeten zijn van een discussie "in overleg met de ministerraad" (en dus niet een eenzijdige beslissing van de minister).
Maar in andere gevoelige kwesties is er geen vooruitgang. De plafonds voor supplementen – 125% voor gehospitaliseerde patiënten en 25% voor ambulante patiënten – blijven in de wet staan. Het voorstel van Kartel om een nieuwe standstill-clausule in te voeren, of op zijn minst deze percentages uit de kaderwet te schrappen, werd (voorlopig) niet aanvaard. "We hebben duidelijk gesteld dat dit een rode lap voor een stier is, en dat daar de sleutel tot een pax medica ligt", benadrukt dr. Gevaert.
Wat betreft de indexering van erelonen is er een opening geschetst, maar die blijft volgens hem onvoldoende: "De facto verliezen we de index als er geen akkoord bereikt wordt, terwijl de ziekenfondsen niet worden gepenaliseerd." Ook het debat over partiële conventionering is nog niet afgerond.
Kartel stelde voor om een technisch overleg te organiseren tussen juristen van alle betrokken partijen. Dit voorstel werd positief ontvangen.
Volgens Gevaert zeggen "buikgevoel en common sense" dat de tekst nog niet rijp is om al in eerste lezing door het kernkabinet goedgekeurd te worden. "Als dat wel zou gebeuren, met onder andere de percentages in de tekst, zou dat een onnodige provocatie zijn."
Slotsom volgens Gevaert: "We zijn er nog niet."
Ook GBO roept op tot uitstel
Artsenvereniging GBO - lid van Kartel - betreurt dat onderhandelingen gebeurden als "een race tegen de klok", aangezien de eerste lezing van het wetsonwerp in de ministerraad nog steeds gepland stond voor 21 juli.
Ook GBO stelt vast dat er vooruitgang is geboekt. De partiële conventionering blijft gehandhaafd, en het kader voor de intrekking van een RIZIV-nummer wordt verduidelijkt. Ook is de regel voor drievierdemeerderheden in de medicomut gesneuveld - een eis van Kartel. Het GBO blijft evenwel prinicipieel tegen de koppeling van financiering van artsensyndicaten met de conventioneringsgraad.
Het syndicaat waarschuwt echter voor verschillende struikelblokken. Bij gebrek aan een akkoord op 31 december voorziet het voorontwerp in het verlies van de indexering. Deze bepaling wordt door de GBO als "asymmetrisch" beschouwd: "Het sanctioneren van artsen in geval van onenigheid, terwijl de ziekenfondsen worden gespaard, geeft een negatief signaal aan de beroepsgroep."
Wat betreft de beperking van de supplementen, werd het voorstel van de GBO om de standstill te handhaven in afwachting van de voltooiing van de nomenclatuurhervorming verworpen. Het syndicaat wijst er ook op dat supplementen soms geavanceerde technologieën of langdurige consultaties financieren, die in de huidige overheidsfinanciering onvoldoende worden gehonoreerd. Ze pleit voor een "passende" hervorming van de nomenclatuur, een hervorming die de intellectuele praktijk en de eerstelijnsgeneeskunde beter waardeert.
GBO verzoekt haar leden om vóór 15 september exacte cijfers over de werkelijke kosten in te dienen om aan te tonen dat de maximumpercentages niet volstaan voor een rendabele uitoefening van de praktijk.
Ten slotte pleit ook GBO voor een 'pax medica' als aanvulling op de door de minister genoemde 'pax hospitalia'. "Niet alle artsen mogen verantwoordelijk worden gehouden voor de excessen van enkelen. De overheid zou er beter aan doen zich te richten op de misstanden, in plaats van de gehele medische beroepsgroep beperkingen op te leggen."
GBO concludeert: de bespreking van de meest problematische punten moet uitgesteld worden tot na de zomer van 2025. "Het invoeren van plafonds terwijl de inhoud van de hervorming onduidelijk blijft, geeft de minister een voorsprong. Om samen vooruit te komen, is het beter om op één lijn te zitten."