Financiering van de werking van de AUVB
De ministerraad keurde op 18 juli op voorstel van minister van Sociale Zaken Frank Vandenbroucke een ontwerp van KB goed tot vaststelling van de voorwaarden en de modaliteiten volgens dewelke het RIZIV een financiële tegemoetkoming toekent voor de werking van de Algemene Unie van Verpleegkundigen van België (AUVB).
Herman Nys, em. prof. medisch recht KU Leuven, ex-voorzitter VITAZ
De AUVB is bij het beslissingsproces betrokken voor zowel de thuisverpleegkundigen als voor de verpleegkundigen die in instellingen werken. Er wordt een bedrag uitgetrokken voor de financiering van de werkingskosten van de Unie en van de verenigingen van verpleegkundigen die er deel van uitmaken, in het bijzonder voor het opstellen van regels die de uitoefening van hun beroep betreffen, onder meer de deelname aan de Federale Raad voor Ziekenhuisvoorzieningen; de Overeenkomstencommissie Verpleegkundigen – verzekeringsinstellingen; de Technische Commissie voor Verpleegkunde; de Federale Raad voor Verpleegkunde; het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE); de Planningscommissie en aan verschillende werkgroepen van die organen.
De deelname aan vergaderingen, maar ook de voorbereiding ervan en het noodzakelijke overleg van de vertegenwoordigers met de verpleegkundigen die hun een mandaat hebben gegeven, vereist tijd en brengt kosten met zich mee. De financiële weerslag voor 2025 bedraagt 482.000 euro. Het ontwerp van koninklijk besluit bepaalt de financieringsmodaliteiten voor een periode van twee jaar.
Het ontwerp wordt ter ondertekening voorgelegd aan de Koning.