Van idee tot uitvoering: starten met een praktijkprotocol
Protocollen bevorderen niet alleen de samenwerking tussen zorgprofessionals, maar dragen ook bij aan kwalitatief betere en efficiëntere zorg. Maar hoe begin je met het opstellen en implementeren hiervan? En hoe weet je of het effect heeft? Laurent Desmet, PhD-onderzoeker verbonden aan de Universiteit Antwerpen, zal daar tijdens de aanstaande Huisartsenconferentie van Domus Medica een antwoord op formuleren.
Floris Cup
Volgens Desmet dient een goed opgesteld praktijkprotocol als raamwerk voor een duidelijke taakverdeling binnen de huisartsenpraktijk. Dit raamwerk wordt afgesteld op de missie/doelstelling van de praktijk, de patiëntenpopulatie, de grootte van het team en de beschikbaarheid van andere disciplines, zoals verpleegkundigen, een diëtist en onthaalmedewerkers.
Desmet beargumenteert dat een correct uitgewerkt praktijkprotocol een effectief hulpmiddel is om de zorg rond specifieke patiëntengroepen efficiënt te organiseren. “Er ontstaat op die manier ruimte voor taakdifferentiatie, waarbij de taakverdeling wordt afgestemd op de competenties binnen het team, zoals het laten voeren van leefstijlgesprekken of bloeddrukmetingen door een verpleegkundige. Daarmee wordt niet alleen tijd gewonnen, maar verbetert ook de kwaliteit van de zorg en krijgt een arts meer ruimte om zich te richten op complexere noden."


Desmet: “Een huisartsenpraktijk is uiteraard vrij om te bepalen waar het wel of geen protocol voor ontwikkelt: de keuze wordt mede bepaald door de visie van de praktijk, de kenmerken van de patiëntenpopulatie en de samenstelling van het zorgteam. Zo kan een praktijk in een landelijke omgeving met een patiëntenbestand bestaande uit veelal ouderen, zich focussen op het opstellen van een protocol voor huisbezoeken, waarbij een verpleegkundige bepaalde taken uitvoert. Een andere praktijk kan dan weer een protocol ontwikkelen voor griepvaccinaties of een seksueel overdraagbare infectie. Daarin hebben praktijken de volledige vrijheid.”
Uitdagingen
Hoewel een protocol in theorie helder en snel te structureren en op te stellen is, moet er wel rekening gehouden worden met de haalbaarheid. Desmet: “Een valkuil voor veel praktijken is het behouden van het evenwicht tussen volume en de beschikbaarheid van resources. Een kleine praktijk met enkel een onthaalmedewerker en geen verpleegkundige moet een ander protocol opstellen dan een grotere praktijk met meerdere verpleegkundigen. Daarom is het belangrijk om alle teamleden te betrekken bij de ontwikkeling van een praktijkprotocol en hun input te verwerken. Het protocol moet door heel het team gedragen worden.”
In zijn workshop zal Desmet toelichten hoe je als praktijk start met het op maat ontwikkelen van een werkbaar protocol, vertrekkend vanuit de specifieke noden, samenstelling en visie van het eigen zorgteam.
Kenmerken van de patiëntenpopulatie
Hoewel protocollen primair gericht zijn op het organiseren van zorg voor bepaalde patiëntengroepen, betekent dit niet dat de individuele patiënt hierbij uit het oog wordt verloren. “Population health management en patiëntgerichte zorg kunnen perfect naast elkaar bestaan,” stelt Desmet. “Een protocol biedt structuur, maar blijft altijd aanpasbaar aan de specifieke situatie van de patiënt. Het helpt om zorg proactief te organiseren voor groepen patiënten met vergelijkbare kenmerken, waardoor de kwaliteit en efficiëntie van de zorg verbeteren. Tegelijkertijd blijft het belangrijk om te kijken naar de individuele patiënt die voor je zit. Als het protocol aangeeft om elke drie maanden een controle in te plannen, maar de patiënt verblijft halftijds in het buitenland, dan moet een patiëntgerichte aanpassing worden gemaakt."
Desmet merkt als laatste op dat protocollen ook bij kunnen dragen aan de versterking van het zorgteam. “We hebben niet alleen te maken met een huisartsentekort, maar ook met een behoefte aan meer verpleegkundigen. Door verpleegkundigen meer autonomie en eigenaarschap over bepaalde taken binnen de zorgorganisatie te geven, wordt het beroep mogelijk aantrekkelijker voor personen die normaalgezien niet snel voor verpleegkunde zouden kiezen”, besluit Desmet.
De Huisartsenconferentie van Domus Medica vindt plaats op zaterdag 4 oktober van 9.30 uur tot 17 uur in het BMCC in Brugge (Beursplein 1). Inschrijven kan via de website van de Huisartsenconferentie.