New York Times bevestigt, Jo Brouns ontkent
"Voorraad anticonceptie in Geel is (niet) vernietigd"
De voorraad voorbehoedsmiddelen die opgeslagen lag in een stockageplaats in Geel, is vernietigd door de Amerikaanse ontwikkelingshulporganisatie USAID, op bevel van Het Witte Huis. Dat schrijft de krant The New York Times vrijdag. Volgens het kabinet van Vlaams minister van Omgeving Jo Brouns (CD&V) klopt dat niet. "Departement Omgeving, afdeling handhaving heeft deze ochtend ter plaatse controles uitgevoerd en heeft vastgesteld dat er geen vrachten afgevoerd zijn voor verbranding", klinkt het.
Het gaat om een voorraad ter waarde van bijna tien miljoen dollar, die nu vernietigd zou zijn op vraag van Amerikaans president Donald Trump. "President Trump zet zich in voor de bescherming van het leven van ongeboren kinderen over de hele wereld", aldus het communiqué dat de NYT citeert. "De regering zal geen abortieve anticonceptiemiddelen meer verstrekken onder het mom van buitenlandse hulp." De voorraad in Geel bevat miljoenen condooms, pakjes orale anticonceptie, honderdduizenden implanteerbare anticonceptiemiddelen - dus anticonceptie - en geen middelen gebruikt voor abortussen.
Verbrandingsverbod
Maar dat de voorraad vernietigd werd, klopt niet, zegt het kabinet van minister Brouns, dat eerder verklaarde dat de verbranding verboden is. "Volgens de OVAM vallen die middelen onder het verbrandingsverbod voor herbruikbare goederen en kan daar enkel van af geweken worden middels een door de minister van Omgeving goedgekeurde 'afwijking op het verbrandingsverbod' en het betalen van een dubbele heffing op het verbranden van afvalstoffen. Tot op heden werd een dergelijke afwijking niet aangevraagd en dus ook niet toegestaan", klinkt het. "Het Departement Omgeving, afdeling handhaving, heeft deze ochtend ter plaatse controles uitgevoerd en vastgesteld dat er geen vrachten afgevoerd zijn voor verbranding."
In juli werd bekend dat de voorraad zich in het Antwerpse Geel bevond. Er kwamen oproepen om de voorraad niet te vernietigen, onder meer vanuit het Vlaams expertisecentrum voor seksuele gezondheid, Sensoa en andere gezondheidsorganisaties. De Belgische diplomatie onderhandelde eveneens met de Amerikaanse autoriteiten om die vernietiging tegen te houden.
