Jean-Pascal Labille
"Het systeem moet solidair blijven"
De partijen die de afgelopen weken bijeenkwamen om te onderhandelen over het zorgbudget voor 2026 ronden stilaan hun werkzaamheden af. Het Verzekeringscomité van het RIZIV, dat vanavond bijeenkomt, moet een begrotingsvoorstel doen voor de Algemene Raad van 20 oktober. In een exclusief interview met onze collega's van Le journal du Médecin analyseert Jean-Pascal Labille, secretaris-generaal van Solidaris, de geplande hervormingen in de gezondheidszorg en deze begroting die, zoals elk najaar, complex lijkt te zijn, met een groeinorm die is teruggebracht tot 2% (+1,546 miljard).
Cécile Vrayenne
De regering kondigde al aan grote besparingen te willen doorvoeren ten belope van 907 miljoen euro, waarvan 150 miljoen euro ten laste van de artsen en 50 miljoen euro ten laste van de ziekenhuizen.
Er zijn nog steeds schrijnende behoeften, vooral onder gezondheidswerkers, inclusief artsen, maar "er is geen ruimte voor nieuwe initiatieven", klaagt Jean-Pascal Labille, die benadrukt hoe ingewikkeld het is om overeenstemming te bereiken, "vooral als er geen middelen zijn".
Artsenkrant: Wat zijn de belangrijkste struikelblokken voor Solidaris in dit gezondheidszorgbudget?
Jean-Pascal Labille: Om te beginnen hebben we een probleem met de groeinorm: 2% is niet alleen ontoereikend op een moment dat de uitgaven volgens het Federaal Planbureau op een natuurlijke wijze stijgen met 2,5%, maar is in zijn huidige vorm ook helemaal niet bruikbaar, omdat er al bedragen zijn gereserveerd en andere uitgaven aan de begrotingsdoelstelling zijn toegevoegd. We zitten in werkelijkheid dichter bij een groeinorm van ongeveer 0,8%. Er wordt een besparing van ongeveer 1,8 miljard euro voorspeld voor de gezondheidszorg gedurende de gehele legislatuur, vooral geconcentreerd in het begin van de regeerperiode.
Een ander punt dat ons kopzorgen bezorgt, is het keurslijf waarin het sociaal overleg wordt gestoken. Dat laat niet veel speelruimte. Het wordt erg moeilijk om tot een akkoord te komen nu er nauwelijks middelen beschikbaar zijn. De overheid legt een aantal besparingen op, waaronder 150 miljoen voor artsen, 50 miljoen voor ziekenhuizen en 275 miljoen voor de farmaceutische industrie. Dat laatste wordt apart door de minister zelf opgevolgd. Ik herinner u eraan dat wij vinden dat er jaarlijks een miljard euro te veel wordt uitgegeven aan geneesmiddelen. De vraag is of deze besparingen door alle partijen zullen worden aanvaard.
Wat zijn jullie alternatieve voorstellen?
We stelden een begroting voor die ongeveer 65% besparingen en 35% nieuwe inkomsten bevat. De nieuwe inkomsten komen uit een belasting op de farmaceutische industrie, in het bijzonder op dure geneesmiddelen, een verhoging van de solidariteitsbijdrage, een belasting op ziekenhuisverzekeringen voor eenpersoonskamers en het gebruik van het Toekomstfonds dat enkele jaren geleden werd opgericht. Maar op dit moment worden deze wegen niet bewandeld.
Het behoud van eigen bijdragen op het huidige niveau blijft uw prioriteit?
Sommige remgelden voor geneesmiddelen zijn al verhoogd zonder dat wij daar iets over te zeggen hadden. De minister nam deze beslissing zelf. Wat de raadplegingen betreft, is ons standpunt duidelijk: geen enkele euro extra te betalen door de patiënt. In 2022 had 58,5% van de uitgaven voor gezondheidszorg betrekking op 5% van de bevolking. Van deze 1,8 miljard euro aan eigen bijdragen wordt 30% gedragen door diezelfde 5% van de burgers. Het systeem moet gebaseerd zijn op solidariteit. Dit zijn aanzienlijke bedragen, zelfs ondanks mechanismen zoals de maximumfactuur en de verhoogde tegemoetkoming. Als je 800 euro per maand hebt, telt elke euro. Bovendien is het iets te gemakkelijk om met het remgeld te spelen. Het wordt de aanpassingsvariabele in geval van budgettaire problemen, maar het is niets meer dan een belasting op zieken. Het is de meest onrechtvaardige en gemakkelijkste optie, maar de huidige situatie vraagt om meer moed.
"De eigen bijdragen verhogen is de meest oneerlijke en gemakkelijkste optie, maar de huidige situatie vraagt om moed."
Tegelijkertijd vraagt de overheid ook een inspanning van artsen, vooral als het gaat om voorschrijven.
Het systeem moet efficiënter, doelmatiger worden gemaakt, een taak die we echt hand in hand met artsen moeten uitvoeren, in preventie en educatie, om een kwalitatief hoogstaande gezondheidszorg te behouden en de uitgaven in de toekomst te beperken. Een klassieke karikatuur: je gaat naar een ziekenhuis waar ze je bloed afnemen en röntgenfoto's maken, en je gaat later terug naar een ander ziekenhuis waar ze dezelfde tests doen.
Maar er is geen ruimte voor nieuwe initiatieven in de begroting. En toch weten we dat er behoeften zijn, vooral voor personeel in ziekenhuizen (verpleegkundigen, zorgassistenten en artsen), die allemaal in moeilijke omstandigheden moeten werken. Er wordt ook niet gesproken over wat we de niet-medische gezondheidsdeterminanten noemen: luchtvervuiling, voedsel en water, die allemaal een aanzienlijke invloed hebben op de gezondheidszorg. De gezondheidszorg is nu in het defensief. Zowel het Federaal Planbureau als het Controlecomité geven aan dat het probleem in de sociale zekerheid, en meer specifiek in de gezondheidszorg, minder om uitgaven draait dan om inkomsten - ook al is het nodig om de uitgaven te controleren. Ik ben bereid om mijn steentje bij te dragen aan het beheersen van de uitgaven, maar ik wil ook dat we volkomen objectief en transparant zijn.
Wat vond u van de staking op 7 juli?
Ik had veel contacten, vooral met de nieuwe voorzitter van Absym-BVAS. Ik denk dat de artsen verrast waren door de methode die Vandenbroucke gebruikte. Zijn hervorming staat op drie poten, plus twee waar we het te weinig over hebben. De eerste is de nomenclatuur: we weten dat sommige artsen te veel en andere te weinig betaald krijgen. Met betrekking tot de herfinanciering van ziekenhuizen is er een groot project dat moet worden uitgevoerd, waaronder een hervorming van het Belgische ziekenhuislandschap en de arbeidsomstandigheden voor het personeel. De derde pijler betreft contractuele afspraken en honorariumtoeslagen. Ik wil er nog twee toevoegen. Ten eerste de numerus clausus: er is een probleem met het aantal artsen in bepaalde disciplines. Wat schaars is, is duur. In het verleden werd deze schaarste georganiseerd en leidde het tot extra honoraria omdat het niet anders kon. Het andere element is de regulering van de praktijk van specialisten buiten het ziekenhuis: wanneer specialisten uitsluitend buiten het ziekenhuis praktiseren, ondermijnen ze het ziekenhuis en veroorzaken ze organisatorische problemen, vooral op het gebied van aanwezigheidsdiensten. Ze creëren ook een concurrentie die niet fair is met betrekking tot ziekenhuisfinanciering. Geld terugstorten in ziekenhuizen zonder het probleem bij de wortel aan te pakken, is vandaag niet de juiste weg.
Maar kunnen we artsen dwingen om in ziekenhuizen te werken?
We moeten dit bespreken met de vertegenwoordigers van de artsensyndicaten. Zij zijn helemaal niet tegen het idee en erkennen dat de ziekenhuispraktijk noodzakelijk is, althans gedeeltelijk. We moeten ook niet alles terug in het ziekenhuis stoppen: we hebben een beter evenwicht nodig.
We moeten ook een voldoende zorgaanbod hebben, met een aantal geconventioneerde artsen per 'regio'. We kunnen definiëren wat we bedoelen met regio, het kunnen arrondissementen zijn, maar niet het Belgische niveau zoals vandaag het geval is. Daar schuilen te grote verschillen. De conventiedrempel ligt op 60%. Wordt die niet gehaald, dan kan de minister tarieven opleggen.
"Als de nomenclatuur voldoende zou zijn, zouden artsen zeker tegen zichzelf zeggen dat het niet nodig is om extra kosten in rekening te brengen."
Dit alles is nauw verbonden met de nomenclatuur. Als de nomenclatuur toereikend zou zijn, zouden sommige artsen zeker zeggen dat het niet nodig is om extra honoraria aan te rekenen. De minister wilde tegen 2025 een akkoord over ereloonsupplementen, zodat hij zich volgend jaar over de nomenclatuur kan buigen. Maar stel dat het werk aan de nomenclatuur in 2026 leidt tot wijzigingen in de ereloonsupplementen die dit jaar zijn overeengekomen. Komen we daar dan op terug? Nee. Dus artsen hebben tegen zichzelf gezegd: "Ik ga akkoord met de honorariumtoeslagen, maar ik weet niet hoe mijn nomenclatuur er volgend jaar uit zal zien." Je kunt de drie stukjes van de puzzel niet van elkaar scheiden - de twee die ik op tafel leg, komen er nog bij. Kortom, het is niet gemakkelijk.
Zijn de door de minister voorgestelde percentages voor supplementen (125% voor intramurale zorg en 25% voor ambulante zorg) "onmogelijk" voor artsen en ziekenhuizen?
De supplementen zijn hoger in Franstalig België. Vlaamse ziekenhuizen hebben veel meer eenpersoonskamers en kunnen de supplementen spreiden over veel meer gevallen. In Wallonië hebben we minder eenpersoonskamers, dus als we hetzelfde bedrag willen halen, moet het percentage iets hoger liggen.
U had het over de numerus clausus, hoe zou u deze herzien?
Op dit moment heeft niemand het er meer over, maar ik denk dat het iets is wat we moeten bespreken. Laten we het aantal artsen dat daadwerkelijk praktiseert opnieuw berekenen. De numerus clausus heeft schaarste gecreëerd. Ik vraag niet om morgen 5.000 artsen aan te werven, maar wel om een objectief register op te stellen. We kunnen niet zonder een permanente, toekomstgerichte objectivering van het aantal artsen dat we nodig hebben, in de wetenschap dat een beslissing van vandaag pas over zes jaar effect zal hebben, of zelfs pas over elf jaar in het geval van bijvoorbeeld een oogarts.
Hoe staat u tegenover de hervorming van de aanpak van langdurig zieken?
Als je kijkt naar de explosieve groei van het aantal patiënten, is er echt een probleem. Ik begrijp waarom mensen naar de kosten kijken, en ik begrijp het des te meer - ik zeg dit op een licht cynische manier - omdat dit budget vandaag groter is dan het werkloosheidsbudget, dat we hebben aangepakt. Maar de aanpak die we kiezen is reductief: we kijken niet naar de oorzaken van een samenleving die mensen ziek maakt. Een zeer grote meerderheid van de bedrijfsartsen - meer dan acht op de tien - meldt aandoeningen die gerelateerd zijn aan de arbeidsomstandigheden. We moeten preventie aanpakken, met een echt globaal plan: we hebben een gezondheidssysteem dat veel te curatief is en niet preventief genoeg. Politiek is het misschien minder sexy, maar het is de waarheid.
"We hebben een gezondheidszorg die veel te curatief is en niet preventief genoeg. Het is politiek misschien minder sexy, maar het is de waarheid."
Ik ben er altijd voorstander van geweest om mensen weer aan het werk te krijgen, omdat werk een element van emancipatie zou moeten zijn - wat het vandaag niet meer is. Het probleem is globaler dan werk: de samenleving is extreem angstig geworden en de oorzaken van ziekte zijn soms werkgerelateerd, maar ze hebben ook te maken met het privéleven. Het is multifactorieel en het versterkt elkaar. Mensen straffen zal hen niet terug aan het werk brengen. We moeten nadenken over wat we willen in de samenleving en welke plaats werk daarin moet hebben: geen werk dat mensen verplettert, ziek maakt of uitsluit.
Werkgevers zullen meer verantwoordelijkheid krijgen, vooral financieel.
Werkgevers zullen ook een vorm van ondersteuning nodig hebben. Als hoofd van Solidaris heb ik hier zelf mee te maken gehad en ik weet dat het niet gemakkelijk is om iemand weer aan het werk te krijgen. Eerst moet je medische ondersteuning kunnen bieden en daarna moet je de werkomstandigheden opnieuw kunnen creëren. Het verandert de manier waarop het bedrijf is georganiseerd. Financieel gezien zijn sancties zinloos: vorig jaar hadden we op onze 3,3 miljoen leden 40 gevallen waarbij er sancties kwamen. Als we alles uit de kast zouden halen voor alle ziekenfondsen, zouden we 1,5 miljoen euro hebben, maar de regering heeft 78 miljoen in haar begrotingsoverzicht gezet. Er is een rekenprobleem.
Bovendien is het risico bij de werklozen die uit de boot vallen dat ze vooral werk aangeboden krijgen in knelpuntberoepen (bouw, onderwijs, zorg, horeca), juist de beroepen die tot ziekte leiden omdat de arbeidsomstandigheden zo slecht zijn. We moeten goed nadenken, want we komen met maatregelen die te dwingend en onvoldoende preventief zijn.
Is het goed om de bedrijfsarts eerder in te schakelen?
Ja, mits de persoon lichamelijk en geestelijk fit genoeg is om weer aan het werk te gaan. Medisch advies is uiterst belangrijk. De omgeving van de persoon moet geschikt zijn en als ik de pet van werkgever opzet, kan ik u vertellen dat dat ingewikkeld is.
Is het sneller betrekken van de bedrijfsarts onderdeel van een oprechte wens om ondersteuning te bieden, of eerder om te controleren?
Ik zou graag denken dat het meer om ondersteuning gaat, maar je sluit de behoefte aan controle nooit uit, laten we onszelf niet voor de gek houden.
Wat vindt u van het feit dat artsen zich nu moeten richten op wat patiënten nog wel kunnen, in plaats van op wat ze niet meer kunnen?
Je kunt het een niet los zien van het ander: om de persoon terug te kunnen plaatsen in een omgeving die hem niet terug in de ziekte stort, moet je ook weten waartoe hij niet meer in staat is. De twee vullen elkaar dus aan.
Wat is de eerste feedback van de Terug-naar-werkcoördinatoren?
Ze doen echt interessant werk, werken nauw samen met patiënten, dus het is een interessant mechanisme. Ik hoop dat we het gaan uitbreiden. We moeten in staat zijn om meer van hen aan te nemen, omdat ze ons helpen om te begrijpen wat er echt aan de hand is.
Hoe zit het met de adviserend artsen van het ziekenfonds?
Het is een ondergewaardeerd beroep waarvoor het moeilijk werven is. Mensen kiezen zelden geneeskunde met het oog op een carrière als adviserend arts. Bij Solidaris verhogen we het profiel van deze functie door hen een belangrijkere en meer ondersteunende rol te geven. Het is niet te ontkennen dat de rol in het verleden voornamelijk administratief was.
Wat vindt u van het idee om de financiering van ziekenfondsen meer te koppelen aan hun prestaties inzake ondersteuning?
In het economische systeem waarin we leven, moeten we allemaal verantwoording afleggen. We hebben geen keuze; het is een beslissing van de overheid. Daardoor passen we ons aan, ondanks dat we het niet prettig vinden.
Bestaat het risico dat mensen die hun werkloosheidsuitkering verliezen, ziek worden?
Ja, dat verwachten we. Net als mensen die erkend willen worden als mindervalide. Zodra de sociale zekerheid wordt aangetast, heeft dat gevolgen voor onze werkdruk. Wat mij zorgen baart, is het risico op geweld, omdat mensen overal een "nee" gaan krijgen en uiteindelijk geen inkomen meer hebben om van te leven. Wat gaan we doen? Gaan we bewakers in de OCMW's zetten en soldaten op straat? Wat voor samenleving willen we? Op ons niveau zullen we ons best doen om deze mensen in nood te helpen een levenspad te vinden dat hen integreert in de samenleving. Naar mijn mening hebben we een systeem van sociale cohesie nodig waarin we een gemeenschappelijk menselijk avontuur delen, waarin niemand aan de kant wordt gezet. Maar de maatregelen die deze regering neemt, zullen mensen aan de kant laten staan. Dat is niet mijn visie op de samenleving. We laten niemand in de steek. Daarom houden we veel fysieke filialen en hebben we structuren voor jongeren, gepensioneerden, vrouwen enzovoort. Kunstmatige intelligentie zal dat morgen niet vervangen. Als je een gezondheids- of administratief probleem hebt, moet je iemand vinden die naar je luistert en de tijd neemt om het op te lossen. Dat is het soort samenleving dat ik in de toekomst zie, ook als we praten met artsensyndicaten en ziekenhuisfederaties. Een samenleving gebaseerd op solidariteit, sociale banden en menselijke waarden. Ziekenfondsen spelen hierin een essentiële rol.