Oftalmologie

131 dagen

 Joëlle Feijen

"De wachttijden in de gezondheidszorg lopen hoog op, zo blijkt uit een studie van Testaankoop." Met die woorden kondigde de radiopresentator van de ochtendshow zijn volgende nieuwsitem aan. "Maar hoelang zijn die wachttijden nu precies? We vragen het aan de woordvoerder van Testaankoop."

"Uit onze studie blijkt dat ze sterk variëren", legt de woordvoerder uit. "Voor een röntgenfoto bedraagt de wachttijd gemiddeld 20 dagen, voor een MRI 50 en voor een mammografie ruim 70. Wie een afspraak bij een gynaecoloog wil, moet algauw 112 dagen geduld hebben, bij een dermatoloog zelfs 114. De oogarts spant de kroon: gemiddeld duurt het zo’n 131 dagen voordat je daar terechtkunt. Maar het gaat hier natuurlijk om routineonderzoeken, niet om dringende gevallen, die krijgen voorrang." Dat laatste zei hij terloops, alsof een patiënt zelf hoort te weten of hij een van die dringende gevallen is en hij zijn arts dat alleen maar duidelijk hoeft te maken. Alsof zo’n wachttijd iets is wat je gewoon maar moet uitzitten, met een tijdschrift op schoot en een verveelde blik op de klok.

 Mijn hand tastte naar de radio, vond de aan-uitknop en drukte erop. De stemmen verstomden. Maar in mijn hoofd klonk een dof geraas, als van een slechte telefoonverbinding. Herinneringen kwamen als nietsontziende, schuimende golven op me af gestormd. Ik maakte een vlugge optelsom in mijn hoofd en kwam uit bij 129. 129 dagen. Kennelijk was er in al die tijd helemaal niets veranderd...

11 september 1998. Mijn moeder parkeerde vlak bij de vrijdagmarkt op het dorpsplein en liep met me naar de oogartsenpraktijk. Het was een mooie nazomerdag, er heerste een gezellige drukte op straat. Mensen zaten op terrasjes te keuvelen, genietend van hun koffie. Marktkramers prezen hun waren aan. Ik keek mijn ogen uit en snoof de geur op van gebraden kip, verse vis en exotische bloemen.

De witte krijtletters krioelden over het bord, als mieren die het noorden kwijt zijn.

We gingen de dokterspraktijk binnen. De wachtkamer zat stampvol, er was die dag een inloopspreekuur. We gingen op de grijze formica stoelen zitten. Ik griste een stripboek van een bijzettafeltje en bladerde erin. Langzaamaan liep de wachtkamer leeg. Toen sloeg de kerkklok twaalf uur. De secretaresse verscheen. "Het spreekuur zit erop. Wie niet aan de beurt is gekomen, kan bij mij een afspraak maken." Ik werd ingepland op dinsdag 19 januari – 129 dagen later.

Buiten vloog een troep trekvogels klapwiekend over. Er stond ze een lange tocht te wachten, over land en zee, helemaal tot in Afrika. Had ik maar op hun vleugels kunnen klimmen en met ze mee kunnen reizen, om zo te ontsnappen aan de winter die komen zou. We reden naar huis, nietsvermoedend.

Begin januari 1999. Meester P. gaf ons nieuwe plaatsen in het klaslokaal. Dat was een schooltraditie: na iedere vakantie kregen we nieuwe bankgenoten toegewezen. Ik kreeg een plek helemaal achterin, pal naast de jongen op wie ik stiekem een oogje had. Met samengeknepen ogen tuurde ik naar het schoolbord. De witte krijtletters krioelden over het bord, als mieren die het noorden kwijt zijn. Ik wierp een steelse blik op het schriftje van mijn buurjongen en probeerde zijn hanenpoten te ontcijferen. Toen begon ik zijn aantekeningen moeizaam over te pennen.

19 januari 1999. De oogarts fronste en wierp mijn vader een bezorgde blik toe. Waarschijnlijk vermoedde ze al dat er in mijn lijf een tijdbom zat die langzaam maar zeker aftelde. Opnieuw tuurde ze ingespannen door de lens en spoorde ze me aan om te kijken welke letter er op het scherm stond. Ik had geen idee.

De volgende dag reden we naar een universitair ziekenhuis. Drie dagen later was ik blind. 131 dagen stellen niets voor in een mensenleven. In een oogwenk zijn ze voorbij. Maar ze kunnen je leven wél voorgoed veranderen.

Joëlle Feijen (1988) studeerde Taal- en Letterkunde en behaalde in 2021 een doctoraat in de Letteren aan de KU Leuven. Ze werkt deeltijds als docent en postdoctoraal onderzoeker aan de KU Leuven, en deeltijds als freelance literair vertaler, redacteur en auteur. Ze werkt aan haar debuutroman De spiegelzussen, die in 2027 bij Uitgeverij Borgerhoff & Lamberigts te Gent zal verschijnen. Joëlle kreeg op haar tiende de diagnose van een hersentumor (craneopharyngeoma), waardoor ze volledig blind werd en haar hypofyse en hypothalamus beschadigd raakten.

Wat heb je nodig

Krijg GRATIS toegang tot het artikel
of
Proef ons gratis!Word één maand gratis premium lid en ontdek alle unieke voordelen die wij u te bieden hebben.
  • checkdigitale toegang tot de gedrukte magazines
  • checkdigitale toegang tot Artsenkrant, De Apotheker en AK Hospitals
  • checkgevarieerd nieuwsaanbod met actualiteit, opinie, analyse, medisch nieuws & praktijk
  • checkdagelijkse newsletter met nieuws uit de medische sector
Heeft u al een abonnement? 

Meer weten over

Print Magazine

Recente Editie
22 oktober 2025

Nu lezen

Ontdek de nieuwste editie van ons magazine, boordevol inspirerende artikelen, diepgaande inzichten en prachtige visuals. Laat je meenemen op een reis door de meest actuele onderwerpen en verhalen die je niet wilt missen.

In dit magazine