Controlemiddelen evalueren volgens noodzakelijkheids- en evenredigheidsbeginsel
GBA kritisch over voorontwerp wijziging Zorgwaliteitswet
De Gegevensbeschermingsautoriteit (GBA) bracht op 20 oktober een zeer kritisch advies uit over een voorontwerp van wet tot wijziging van de wet van 22 april 2019 inzake de kwaliteitsvolle praktijkvoering in de gezondheidszorg (de Zorgkwaliteitswet)
Herman Nys, em. prof. medisch recht KU Leuven, ex-voorzitter VITAZ
Het voorontwerp van wet beoogt de procedures van de Federale Toezichtcommissie te verbeteren en te vereenvoudigen, de controlemiddelen van diens inspecteurs uit te breiden, en de bevoegdheden van deze Toezichtcommissie uit te breiden tot inbreuken op de wetgeving die de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen regelt.
Ook wil het voorontwerp de naleving van het wettelijk kader verbeteren door de invoering van een systeem van administratieve geldboetes ter aanvulling van de gerechtelijke procedures.
Aanzienlijke inmenging in rechten en vrijheden
Volgens de GBA staat het buiten kijf dat een dergelijk uitgebreid arsenaal onderzoeks- en inspectiemogelijkheden, en de daarmee gepaard gaande gegevensverwerkingen, een aanzienlijke inmenging uitmaken in de rechten en vrijheden van de betrokkenen.
Het voorontwerp van de wet beschrijft de nieuwe controlemiddelen in uitermate ruime bewoordingen (wat de voorzienbaarheid geenszins ten goede komt), terwijl dit niet altijd gepaard gaat met de nodige waarborgen en garanties ter beperking van de risico’s voor de rechten en vrijheden van de betrokken personen (zoals bijvoorbeeld toezicht of bevestiging door het openbaar ministerie of een onderzoeksrechter).
Hoewel de GBA begrijpt dat een strikte afbakening van toezichts-, onderzoeks- en controleopdrachten en met name de daarmee gepaard gaande gegevensverwerkingen conform het legaliteits- en voorzienbaarheidsbeginsel niet altijd evident is, schiet het voorontwerp van wet op dit vlak tekort.
Een herwerking is noodzakelijk met aandacht voor duidelijk en nauwkeurig omschreven begrippen en bevoegdheden, zegt de GBA
Aanpassingen in het voorontwerp
De GBA is van mening dat de volgende aanpassingen noodzakelijk zijn in het voorontwerp van de wet:
- uitklaring en definiëring van de begrippen ‘risico’s’ en ‘zware gevolgen’ in het gewijzigde artikel 45, tweede lid, met het oog op een duidelijke afbakening van de inspectiebevoegdheden;
- herwerking van de mogelijkheid tot (huis)zoeking;
- vervanging van ‘nodig’ of ‘dienstig’ door ‘strikt noodzakelijk’ in het nieuw in te voeren artikel 52, §1, 3°, in lijn met het beginsel van minimale gegevensverwerking;
- herwerking van de mogelijkheid om bescheiden en elektronische dragers op te vragen;
- herwerking van de mogelijkheid tot inbeslagname en verzegeling;
- herwerking van de mogelijkheid tot opvorderen van de openbare macht evenals bijstand aan openbare autoriteiten;
- behoudens bijkomende precisering en rechtvaardiging, schrapping van de systematische toegang tot de Dolsis applicatie;
- schrapping van de onbeperkte toegang tot federale databanken wegens strijdig met het beginsel van minimale gegevensverwerking;
- herziening van de mogelijkheid om de mystery-shopping techniek toe te passen;
- precisering van de voorgenomen mededelingen van persoonsgegevens aan derde-autoriteiten;
- herwerking van de mogelijkheid tot het opvragen van informatie bij alle diensten van de Staat);
- voorzien in een beroepsgeheim in hoofde van de inspecteurs van de Federale Toezichtcommissie.
Daarnaast wijst de GBA op het belang van:
- grondige analyse van de nieuw in te voeren controlemiddelen in het licht van het noodzakelijkheids- en evenredigheidsbeginsel;
- het uitvoeren van een gegevensbeschermingseffectbeoordeling, overeenkomstig artikel 35.3 van de AVG (GDPR), voordat enige door het voorontwerp van wet gegenereerde gegevensverwerking plaatsvindt;
- een correcte invulling en implementering van het legaliteits- en voorzienbaarheidsbeginsel;
- in voorkomend geval, een gepaste en AVG-conforme inperking van de rechten van de betrokkenen.