Artsenkrant

Mensen zonder wettig verblijf krijgen te laat medische hulp

Mensen zonder wettig verblijf in België hebben te weinig toegang tot primaire medische hulp. Dat verergert hun gezondheidsproblemen en doet de overheidsuitgaven toenemen, zegt het Rekenhof.

Mensen zonder verblijf

Personen zonder wettig verblijf hebben toegang tot dringende medische hulp (DMH) als ze geen middelen hebben om hun verzorging te betalen. De OCMW’s beheren de aanvragen voor DMH, en de Programmatorische federale overheidsdienst Maatschappelijke Integratie (POD MI) betaalt de kosten van verzorging terug.

Volgens een nieuw rapport van het Rekenhof heeft de POD MI 80,7 miljoen euro uitgegeven in 2023 om DMH terug te betalen aan de OCMW’s. De totale kosten van de DMH liggen echter hoger, aangezien de DMH ook kosten omvat die niet in de nomenclatuur zitten en die de POD MI niet terugbetaalt.

Oververtegenwoordiging in ziekenhuizen

In 2023 had 85% van de kosten die de POD MI terugbetaalde betrekking op verzorging in het ziekenhuis – waaronder 63% kosten voor ziekenhuisopnames. Die verhouding is anders dan bij de algemene bevolking, waar 89% van de verzorging buiten het ziekenhuis wordt verstrekt.

Het aandeel van ambulante zorg buiten het ziekenhuis ligt dus bijzonder laag in het geval van DMH, wat volgens het Rekenhof getuigt van onvoldoende toegang tot dergelijke verzorging. Mensen zonder wettig verblijf maken daarom veel vaker dan nodig gebruik van de spoeddiensten.

De toegang tot primaire zorg bevorderen zou een efficiënte maatregel voor de overheidsfinanciën zijn

Meer overheidsuitgaven

Dat mensen zonder wettig verblijf te weinig toegang hebben tot primaire zorg, leidt volgens het Rekenhof op twee manieren tot meer overheidsuitgaven. De kosten voor verzorging in het ziekenhuis liggen hoger dan wanneer de patiënten voor eenzelfde aandoening tijdig buiten het ziekenhuis verzorgd zouden worden.

Daarnaast leidt uitstel van primaire zorg ertoe dat mensen zonder wettig verblijf in het ziekenhuis belanden met gezondheidsproblemen die vroeger hadden kunnen worden behandeld. Over het algemeen daalt het aantal vermijdbare ziekenhuisopnames wanneer de primaire geneeskundige verzorging vlot toegankelijk is, zegt het Rekenhof.

De toegang tot primaire zorg bevorderen zou dus een efficiënte maatregel voor de overheidsfinanciën zijn. Die maatregel komt ook de algemene bevolking ten goede, aangezien hij de overdracht van ziektes kan voorkomen.

Toegang onrechtmatig beperkt

Om na te gaan of de persoon voldoet aan de wettelijke voorwaarden voor DMH, voert het OCMW een sociaal onderzoek naar het statuut van de aanvrager, zijn bestaansmiddelen, het bestaan van een ziektekostenverzekering en de beschikbaarheid van een borgsteller die medische kosten ten laste kan nemen. Dat sociaal onderzoek moet voorkomen dat OCMW’s geneeskundige verzorging toekennen aan iemand die over de nodige middelen beschikt om zelf de verzorging te betalen, of die uitsluitend naar België komt om zich hier te laten behandelen.

Sommige OCMW’s eisen echter dat de aanvrager voldoet aan voorwaarden die niet zijn opgenomen in de wet.

Het Rekenhof wijst er ook op dat wanneer een begunstigde van gemeente verandert, het OCMW van die nieuwe gemeente opnieuw een sociaal onderzoek moet uitvoeren . De continuïteit van zorg is daardoor niet gewaarborgd, tenzij in het geval van een ononderbroken ziekenhuisopname.

Vrije keuze aan banden gelegd

Positieve beslissingen waarbij DMH wordt toegekend, leggen vaak beperkingen op, zoals bijvoorbeeld verzorging in één bepaald ziekenhuis of bij ‘toegelaten DMH-zorgverstrekkers’ in de gemeente. Soms wordt de zorg beperkt tot de verzorging die de POD MI terugbetaalt.

Volgens het Rekenhof zijn sommige van die beperkingen onwettig. Die beperking van de vrije keuze van de patiënt is in strijd met de wet Patiëntenrechten en met de organieke wet betreffende de OCMW’s. Er zou een nieuwe wet nodig zijn om dergelijke uitzonderingen mogelijk te maken. Het Rekenhof wijst erop dat er al OCMW’s veroordeeld werden tot het ten laste nemen van de verzorging die werd toegediend door zorgverstrekkers die ze hadden uitgesloten van DMH.

Die beperking tot zorgen die terugbetaald worden door de POD MI kan ertoe leiden dat verzorging buiten de nomenclatuur (geheel of gedeeltelijk) geweigerd wordt, ook al acht een arts die noodzakelijk, zoals tandprotheses, een bril, stomazakjes of krukken. Enkel een zorgverstrekker kan trouwens bepalen welke verzorging nodig is en voor hoelang, zegt het Rekenhof scherp. OCMW’s zijn niet bevoegd voor geneeskundige verzorging.

Eerder dit jaar pleitte ook Dokters van de Wereld voor één universeel systeem dat toegang geeft tot zorg, ongeacht het verblijfsstatuut van de patiënt.

Krijg GRATIS toegang tot het artikel
of
Proef ons gratis!Word één maand gratis premium partner en ontdek alle unieke voordelen die wij u te bieden hebben.
  • checkwekelijkse newsletter met nieuws uit uw vakbranche
  • checkdigitale toegang tot 35 vakbladen en financiële sectoroverzichten
  • checkuw bedrijfsnieuws op een selectie van vakwebsites
  • checkmaximale zichtbaarheid voor uw bedrijf
Heeft u al een abonnement? 
Geschreven door Erik Derycke
Print Magazine

Recente Editie

Nu lezen

Ontdek de nieuwste editie van ons magazine, boordevol inspirerende artikelen, diepgaande inzichten en prachtige visuals. Laat je meenemen op een reis door de meest actuele onderwerpen en verhalen die je niet wilt missen.

In dit magazine
Cookies

Artsenkrant maakt gebruik van cookies om uw gebruikservaring te optimaliseren en te personaliseren. Door gebruik te maken van deze website gaat u akkoord met het privacy- en cookiebeleid.