UZA start kankerbehandeling aan huis
Patiënten met acute myeloïde leukemie (AML) die chemotherapie krijgen en een specifieke groep borstkankerpatiënten die immunotherapie krijgt, kunnen sinds kort thuis behandeld worden. Een verpleegkundige van het UZA dienst de behandeling toe in het kader van het project ATM@Home.
Filip Ceulemans
Voor patiënten met kanker zijn frequente ziekenhuisbezoeken fysiek en mentaal erg belastend. Door bepaalde geneesmiddelen thuis toe te dienen, wil het UZA bepaalde oncologische patiënten meer rust bieden tijdens de zware behandeling. De zorg aan huis gebeurt in een gecontroleerd kader en wordt nauw opgevolgd door het ziekenhuisteam.
“Naar het ziekenhuis komen, kan een hele belasting zijn, zeker voor patiënten met AML die dagelijks een behandeling nodig hebben en vaak ouder dan 65 zijn. Daarom kozen we ervoor om de thuisbehandeling eerst op te starten voor deze groep patiënten”, zegt prof. Dr. Sébastien Anguille, diensthoofd hematologie. Patiënten met AML krijgen dagelijks het kankerremmend geneesmiddel azacitidine toegediend.
Standaardpraktijk
Een tweede groep patiënten die in aanmerking komt voor de thuisbehandeling, zijn patiënten met HER2-positieve borstkanker. Zij worden via een onderhuidse inspuiting met trastuzumab behandeld. Net als azacitidine staat trastuzumab op de lijst van antitumorale middelen die sinds 1 juli 2023 wettelijk erkend zijn voor thuistoediening. “In sommige landen is thuistoediening al een standaardpraktijk bij mensen met borstkanker en melanomen”, stelt prof. Dr. Konstantinos Papadimitriou van de dienst oncologie vast.
“Binnen tien jaar zullen allicht heel veel patiënten thuis een behandeling krijgen en enkel nog voor heel complexe of technische delen van de behandeling naar het ziekenhuis komen”, vult Sébastien Anguille aan. “Zelfs voor behandelingen waarvan we nu denken dat ze onmogelijk thuis kunnen gebeuren zou dit kunnen veranderen. Een voorbeeld is CAR-T-celtherapie voor bepaalde bloedkankers waarbij de patiënt veertien dagen opgenomen moet zijn. We bekijken of we deze patiënten vanaf 2026 – al is het gedeeltelijk – thuis kunnen opvolgen.”
Vitale parameters
Volgens Brigitte Claes, coördinator transmurale zorg, sluit dit project aan bij een bredere evolutie in de gezondheidszorg. “Het UZA onderzoekt continu hoe we ons het best organiseren voor mensen die hooggespecialiseerde zorg nodig hebben. Steeds meer patiënten vragen zelf of thuisbehandeling mogelijk is. Onze multidisciplinaire teams zetten samen hun schouders onder deze nieuwe organisatievormen.”
Het UZA leidt zelf verpleegkundigen op voor deze specifieke thuiszorg. De verpleegkundige meet vitale parameters van de patiënt zoals hartslag en bloeddruk en neemt thuis ook bloed af als het nodig is. Naast de thuistoediening van bepaalde middelen bouwt het UZA ook thuisverpleging verder uit voor verschillende patiëntengroepen. Dat gebeurt via UZA@Home, een digitaal platform waarop patiënten voor, tijdens en na hun behandeling begeleiding krijgen en vlot in contact staan met artsen en verpleegkundigen.
