Impact van niet-verblijfhoudende studenten verdient aandacht
Jaarverslag Planningscommissie belicht professionele mobiliteit
De Federale Planningscommissie Medisch Aanbod heeft haar jaarverslag voor 2024 gepubliceerd. De contingentering en de professionele mobiliteit van artsen krijgen daarin veel aandacht.
De Federale Planningscommissie Medisch Aanbod onderzoekt al sinds 1996 de behoeften op het vlak van het medisch aanbod voor de artsen, tandartsen, kinesitherapeuten, verpleegkundigen, vroedvrouwen en logopedisten, en adviseert over de contingentering van artsen en tandartsen.
“De contingentering van de artsen is complexer dan die van de tandartsen”, schrijft de commissie, en het grootste deel van het jaarverslag 2024 is dan ook gewijd aan de contingentering van artsen.
Contingentering artsen
Deze contingentering is strikt genomen geen beperking van het aantal RIZIV-nummers, noch van het aantal afgestudeerden, maar een beperking van het aantal stageplannen voor afgestudeerden met een diploma van een Belgische universiteit die worden toegelaten tot een opleiding die leidt naar een ‘curatieve’ beroepstitel in de geneeskunde.
Onderstaande tabel toont de evolutie van de contingenten tot en met 2030.
Professionele mobiliteit
De Europese richtlijn 2005/36/EG van 7 september 2005 over de erkenning van beroepskwalificaties heeft heel wat effecten die “complex en moeilijk beheersbaar” zijn, schrijft de Planningscommissie.
Internationale mobiliteit heeft een invloed op verschillende niveaus. Buitenlandse studenten komen naar België voor de basisopleiding, artsen met een buitenlands basisdiploma specialiseren zich in België, en buitenlandse specialisten krijgen het recht om in België hun beroep uit te oefenen. Omgekeerd kan elke Belgische arts die afgestudeerd is aan een Belgische universiteit, zijn beroepskwalificaties in het buitenland laten erkennen.
Volgens de Planningscommissie waagt een aanzienlijk aantal Fransen hun kans aan de universiteiten van de Franse Gemeenschap, met de bedoeling om later naar Frankrijk terug te keren en daar hun beroep uit te oefenen. De voorbije jaren had gemiddeld 8% van de afgestudeerden in de geneeskunde in de Franse Gemeenschap de Franse nationaliteit (zie onderstaande tabel). In de Vlaamse Gemeenschap ligt het aantal afgestudeerden met de buitenlandse nationaliteit lager dan 5%.
De impact van niet-verblijfhoudende studenten op de contingentering verdient volgens de Planningscommissie bijzondere aandacht, aangezien deze artsen een plaats bezetten in de contingentering, zonder dat ze vervolgens deelnemen aan de arbeidsmarkt in het Belgische gezondheidszorgsysteem.