Werk-privébalans moet structureel verbeteren
Welzijnsenquête: helft zorgverleners wil werken tot aan pensioen
Een op de twee zorg- en hulpverleners wil zijn job uitoefenen tot aan de pensioenleeftijd, maar stress en uitputting loeren om de hoek. Dat blijkt uit de nationale welzijnsenquête Be.well.pro.
De nationale welzijnsenquête Be.well.pro was een initiatief van de FOD Volksgezondheid en Sciensano om het werkgerelateerde psychologische welzijn van zorg- en hulpverleners in kaart te brengen en op te volgen. De online bevraging liep van 13 januari tot en met 23 maart en werd door meer dan 35.000 deelnemers uit 40 verschillende beroepsgroepen ingevuld.
Uit de enquête blijkt dat veel medewerkers in de Belgische gezondheids- en welzijnssector positieve werkelementen ervaren zoals sociale steun, autonomie en verbondenheid. Tegelijkertijd zijn er belangrijke aandachtspunten rond burnout, jobretentie en de balans tussen werk en privéleven.
Belangrijkste bevindingen
- Risico op burn-out: 12,5% van de respondenten loopt een (zeer) hoog risico op burn-out. Vooral jongere leeftijdsgroepen (25–44 jaar) en bepaalde beroepsgroepen, zoals verpleegkundigen en artsen in opleiding, scoren hoog.
- Uitputting: 41,4% van de respondenten voelt zich mentaal of fysiek uitgeput door het werk.
- Tevredenheid en waardering: 8,4% van de respondenten is weinig tevreden over het werk; 25% voelt zich onvoldoende gewaardeerd.
- Jobretentie: Slechts de helft van de respondenten ziet zichzelf tot aan het pensioen in de huidige job blijven. Toch zou driekwart dit wél willen doen als het werk aangepast wordt.
- Werk-privébalans: 68,6% van de respondenten ervaart dat het werk een negatieve invloed heeft op het privéleven.
Het volledige rapport bevat ook de gedetailleerde resultaten per beroepsgroep.
Aanbevelingen
Uit de resultaten blijkt dat structurele actie nodig is om het welzijn van zorgprofessionals te versterken.
Alle beleidsniveaus, beroepsgroepen en de instellingen op het mesoniveau krijgen daarom toegang tot de gedetailleerde resultaten die voor hen relevant zijn en hen in staat stellen om gerichte maatregelen te nemen die inspelen op de noden op het terrein.
De onderzoekers formuleren de volgende aanbevelingen:
- Investeer in leiderschap dat mentaal welzijn vooropstelt. Leidinggevenden spelen een cruciale rol in het creëren van een gezonde werkomgeving. Opleidingstrajecten moeten niet alleen managementvaardigheden versterken, maar vooral inzetten op mensgericht en welzijnsgericht leidinggeven.
- Versterk structureel de werk-privébalans. De hoge scores op negatieve impact van werk op het privéleven tonen dat veel professionals kampen met structurele overbelasting.
- Aanpassingen in werkorganisatie, werkduur en dienstroosters zijn noodzakelijk. Maatregelen zoals rotatiemodellen, intervisie, caseloadbeheer en psycho-educatie rond grenzen stellen, zijn daarbij essentieel, zeker voor jongere medewerkers en klinisch intensieve beroepen.
De resultaten tonen dat noden sterk variëren per beroepsgroep én per leeftijdscategorie. Een eenvormig welzijnsbeleid volstaat dus niet. Specifieke noden van jonge instromers (bv. artsen in opleiding) vragen een andere aanpak dan medewerkers in latere loopbaanfasen, met bijvoorbeeld mentorschap en coachingtrajecten.