Telegeneeskunde enkel gezondheidszorg op afstand verstrekt door ICT
Europees Hof verduidelijkt begrip telegeneeskunde
Het Europees Hof van Justitie heeft het begrip ‘telegeneeskunde’ in de Patiëntenrechtrichtlijn verduidelijkt in een arrest na een prejudiciële vraag van de hoogste federale rechter in civiele en strafzaken van Oostenrijk.
Herman Nys, em. prof. medisch recht KU Leuven, ex-voorzitter VITAZ
In een arrest van 11 september 2025 heeft het Europees Hof van Justitie een interpretatie gegeven aan het begrip ‘telegeneeskunde’ in de Richtlijn 2011/24 (Richtlijn grensoverschrijdende gezondheidszorg of Patiëntenrechtrichtlijn) (arrest C-115/24, Österreichische Zahnärztekammer). Dit arrest werd geveld na een prejudiciële vraag van de hoogste federale rechter in civiele en strafzaken van Oostenrijk.
Grensoverschrijdende zorg verstrekt door telegeneeskunde
Artikel 3, d van Richtlijn 2011/24 definieert ‘lidstaat waar de behandeling plaatsvindt’: als volgt: ‘de lidstaat op het grondgebied waarvan de gezondheidszorg feitelijk aan de patiënt wordt verleend. In het geval van telegeneeskunde wordt de gezondheidszorg geacht te zijn verstrekt in de lidstaat waar de zorgaanbieder is gevestigd’.
Artikel 3, e definieert ‘grensoverschrijdende gezondheidszorg’: als ‘gezondheidszorg die wordt verleend of voorgeschreven in een andere lidstaat dan de lidstaat van aansluiting’.
De prejudiciële vraag
Met zijn prejudiciële vraag wenste de verwijzende rechter te vernemen of artikel 3, onder d) en e), van richtlijn 2011/24 aldus moet worden uitgelegd dat het begrip grensoverschrijdende gezondheidszorg die wordt verstrekt in het geval van telegeneeskunde in de zin van die bepaling, uitsluitend betrekking heeft op gezondheidszorg die op afstand aan een patiënt wordt verstrekt door een zorgaanbieder die in een andere lidstaat dan de lidstaat van aansluiting van deze patiënt is gevestigd en dus zonder dat deze patiënt en deze aanbieder zich gelijktijdig fysiek op dezelfde plaats bevinden en uitsluitend door middel van informatie- en communicatietechnologie, dan wel of dit begrip betrekking heeft op een complexe medische behandeling die (naast gezondheidszorg die met behulp van deze technologie op afstand wordt verstrekt) ook gezondheidszorg omvat die in de lidstaat van aansluiting door een andere in die staat gevestigde zorgaanbieder in de fysieke aanwezigheid van de patiënt wordt verstrekt.
In dit tweede geval wenste de verwijzende rechter te vernemen of het deel van de gezondheidszorg dat via die technologie wordt verstrekt de overhand moet hebben en, indien dat het geval is, aan de hand van welke criteria dat moet worden getoetst.
Antwoord van het Hof
Volgens het Hof van Justitie moet artikel 3, onder d) en e), van richtlijn 2011/24, aldus worden uitgelegd dat het begrip grensoverschrijdende gezondheidszorg die wordt verstrekt in het geval van telegeneeskunde in de zin van die bepaling, enkel betrekking heeft op gezondheidszorg die op afstand aan een patiënt wordt verstrekt door een zorgaanbieder die in een andere lidstaat dan de lidstaat van aansluiting van deze patiënt is gevestigd en dus zonder dat deze patiënt en deze aanbieder zich gelijktijdig fysiek op dezelfde plaats bevinden, en uitsluitend door middel van informatie- en communicatietechnologie.