CLARITY-studie: aanvaardbaarheid, voorkeur en plaatselijke tolerantie bij één enkele injectie van cabotegravir en lenacapavir
Op het twintigste congres van de EACS (European AIDS Clinical Society) zijn de resultaten gepresenteerd van de CLARITY-studie, een gerandomiseerde cross-overstudie, die veel informatie geeft over de plaatselijke tolerantie, de aanvaardbaarheid van injecties en de voorkeur voor hetzij cabotegravir im hetzij lenacapavir sc, twee langwerkende antiretrovirale middelen, na eenmalige toediening aan niet-hiv-geïnfecteerde personen.

CLARITY: de ervaring van patiënt en zorgverstrekker evalueren
De komst van langwerkende, injecteerbare antiretrovirale middelen heeft de behandeling van hiv-infectie getransformeerd. Zij vormen een alternatief voor de geneesmiddelen die dagelijks per os moeten worden ingenomen. Reacties op de plaats van injectie en de mate waarin de patiënten injecties aanvaarden, zijn belangrijk bij de keuze van de behandeling, maar er is nog geen vergelijkende klinische studie ad hoc uitgevoerd. Dat is nu gebeurd met de CLARITY-studie, de eerste studie die de aanvaardbaarheid van injecties, de tolerantie en de voorkeur voor hetzij cabotegravir im hetzij lenacapavir sc direct heeft vergeleken na één injectie van elk geneesmiddel.
Een cross-overstudie voor een rigoureuze vergelijking
De CLARITY-studie is uitgevoerd bij 63 hiv-negatieve volwassenen. De gemiddelde leeftijd was 48 jaar. 33% waren vrouwen. De gemiddelde BMI was 27 kg/m². De proefpersonen werden gerandomiseerd naar één enkele dosis cabotegravir im en vervolgens na een wash-out lenacapavir sc of omgekeerd (het ging immers om een cross-overstudie). De evaluatiecriteria waren:
- de plaatselijke aanvaardbaarheid op d7 (PIN-vragenlijst);
- de frequentie, de ernst en de duur van de reacties op de plaats van injectie (beoordeeld door de onderzoekers);
- de voorkeur van de proefpersonen en de zorgverstrekkers na toediening van beide geneesmiddelen.
Een sterke voorkeur voor cabotegravir
Wat de aanvaardbaarheid van de injecties betreft, vond 75% van de proefpersonen de im injecties van cabotegravir zeer of heel aanvaardbaar tegenover 57% van de patiënten die lenacapavir sc kregen.
Wat de persoonlijke voorkeur betreft, hebben - na toediening van de twee injecties - 90% van de proefpersonen en 86% van de zorgverstrekkers de voorkeur gegeven aan cabotegravir. Respectievelijk 10% en 14% hebben de voorkeur gegeven aan lenacapavir.
Wat de plaatselijke tolerantie betreft, waren de reacties op de plaats van injectie significant frequenter en beter te zien met lenacapavir:
- induratie: 86% (LEN) vs. 21% (CAB)
- noduli: 74% (LEN) vs. 18% (CAB)
- erytheem: 58% (LEN) vs. 10% (CAB)
- zwelling: 57% (LEN) vs. 34% (CAB).
- Totaal aantal gerapporteerde reacties op de plaats van injectie: 540 in de lenacapavirgroep en 117 in de cabotegravirgroep.
- Aantal zichtbare reacties op de plaats van injectie: 229 in de lenacapavirgroep en 40 in de cabotegravirgroep.
- Er is geen enkele ernstige bijwerking gerapporteerd.
Zwaktes van de studie
De CLARITY-studie is niet uitgevoerd om de virologische werkzaamheid op lange termijn of de tolerantie na meerdere injecties te evalueren. Verder onderzoek is dus nodig om dat verder uit te pluizen bij een groter aantal en meer gediversifieerde patiënten en met name hiv-dragers.
Naar een geïnformeerde therapeutische keuze
De CLARITY-studie bevestigt dat één enkele injectie van cabotegravir plaatselijk beter wordt verdragen, beter wordt aanvaard en de voorkeur geniet van de meeste patiënten en zorgverstrekkers. Dat verstevigt de waarde van langwerkende preparaten van cabotegravir in combinatie met rilpivirine als eerstelijnstherapie bij stabiele patiënten. Belangrijk om te vermelden is ook dat de CLARITY-studie de artsen objectieve informatie aanreikt die hen kan helpen de voor- en nadelen van injecteerbare geneesmiddelen uit te leggen aan de patiënten: plaatselijke tolerantie, frequentie van injecties … stevige argumenten pro therapeutische innovatie, waarbij de ervaring van de patiënt centraal wordt gesteld bij de therapeutische beslissing.
Ref.: Boles J. et al. MeP20.4. LB, EACS 2025, Parijs.
