Oproep voor pilootprojecten perinataal programma in Vlaanderen

De Vlaamse regering zoekt tien Huizen van het Kind om deel te nemen aan een pilootprogramma rond de implementatie van het perinatale programma.

Herman Nys, em.prof. medisch recht KU Leuven, ex-voorzitter VITAZ

Het Staatsblad van 18 november maakt het besluit van de Vlaamse Regering van 17 oktober 2025 ‘over de oproep en het subsidiekader voor tien pilootprojecten "Huizen van het Kind in functie van de implementatie van het perinatale programma"’ bekend.

Perinataal programma

Artikel 2, § 1 van het besluit definieert ‘perinataal programma’ als “het interfederale programma geïntegreerde zorg, namelijk de "zorg en ondersteuning voor zwangere vrouwen, hun kinderen en hun gezin tijdens de eerste 1000 dagen", zoals vermeld in de overeenkomst van 5 juli 2024 tussen het RIZIV, het Departement Zorg en het agentschap Opgroeien regie voor de implementatie van het interfederale programma geïntegreerde zorg: `Zorg en ondersteuning voor zwangere vrouwen, hun kinderen en hun gezin tijdens de eerste 1000 dagen'”.

Opdrachten uit te voeren

De minister kan, binnen de grenzen van de middelen die daarvoor zijn ingeschreven op de begroting, subsidies toekennen aan Huizen van het Kind en samenwerkingen tussen Huizen van het Kind die pilootprojecten opzetten ter implementatie van het perinatale programma.

Deze subsidies worden krachtens artikel 3 §1 gebruikt om de volgende opdrachten uit te voeren
1° organiseren van of meewerken aan effectieve en adequate zorg- en ondersteuningstrajecten in het kader van het programma perinatale zorg door partners in het Huis van het Kind waarbij de nadruk ligt op zorgcoördinatie en trajectondersteuning door de volgende taken uit te voeren:
a) meewerken aan:
1) de toeleiding naar de systematische screening van psychosociale kwetsbaarheden van zwangere vrouwen;
2) de systematische screening van psychosociale kwetsbaarheden op basis van het Born in Belgium Professionals Platform, afgekort BIB-platform, waar dat nog niet is gebeurd;
3) de uitvoering van het persoonlijke prenatale adviesgesprek als vorm van methodische vraagverheldering bij de geïncludeerde groep met minstens één kwetsbaarheid op basis van de inclusiecriteria;
4) het perinatale overleg;
b) bij de geïncludeerde groep met minstens twee kwetsbaarheden:
1) zorgcoördinatie uitvoeren als onderdeel van trajectondersteuning in samenspraak met de zwangere en de andere betrokken zorg- en welzijnsactoren;
2) in perinataal overleg voorzien voor de zwangere vrouwen, waarbij zorgcoördinatie opgenomen wordt;
3) in proportionele zorg en ondersteuning voorzien;

2° gebruik van de BIB-tool bij de screening van alle zwangere vrouwen op kwetsbaarheid;

3° samenwerken met de zorgraden, de implementatiecoaches en het bredere lokale perinatale netwerk voor de implementatie van de taken, vermeld in punt 1° ;

4° de engagementen bestendigen met de volgende partners:
a) perinatale actoren;
b) het aanbod rond preventieve gezinsondersteuning in het werkingsgebied dat door het agentschap is erkend en gesubsidieerd;
c) het lokale team van het agentschap Opgroeien dat in het werkingsgebied werkt;
d) de betrokken lokale besturen vanuit hun lokale regierol;
e) de actoren in Jeugdhulp, waaronder minstens via de samenwerkingsverbanden 1 Gezin 1 Plan;

5° met de zorgraden de wijze afstemmen waarop de taken, vermeld in punt 1°, 2° en 3°, vormgegeven worden;

6° deelnemen aan de ondersteuningsinitiatieven van het agentschap;

7° een financiële en inhoudelijke verantwoording opmaken.

Toekennen van de subsidies

De minister kent de subsidie toe via een oproep die het agentschap aan de Huizen van het Kind aankondigt via een publieke mededeling op de website van het agentschap en via een mail aan de Huizen van het Kind.

Het agentschap maakt een selectie op basis van de ontvankelijkheidscriteria, vermeld in artikel 4, en nodigt de geselecteerden uit voor een jurygesprek. Tijdens de jurygesprekken houdt het agentschap rekening met de inhoudelijke criteria, vermeld in artikel 5.

Op basis van jurygesprekken selecteert de minister tien pilootprojecten. De minister beslist over de selectie en bezorgt dat besluit aan elk van de tien begunstigden (artikel 6).