"RIZIV strijdt met te zwakke wapens"

Vandenbroucke onder vuur voor aanpak RIZIV-fraude

Kamerleden van meerderheid en oppositie zijn kritisch over de manier waarop het RIZIV het dossier de frauderende thuisverpleegkundige uit Houthulst heeft aangepakt. Minister van Sociale Zaken Frank Vandenbroucke verdedigt het RIZIV.

Eerder deze week werd in Houthulst een thuisverpleegkundige aangehouden. Zij werd al sinds 2017 onderzocht wegens het aanrekenen van fictieve prestaties. De fraude bleef echter voortduren tot ze deze week werd opgepakt.

In de plenaire vergadeing van de Kamer op donderdag kreeg  minister Frank Vandenbroucke (Vooruit) zeven vragen over de zaak van parlementsleden van meerderheid en oppositie.

Met name Kathleen Depoorter (N-VA) was bijzonder kritisch: "Wat ik niet uitgelegd krijg, is dat een organisatie als het RIZIV, met een budget van 40 miljard euro, met 1.200 medewerkers, van wie 243 bij de Dienst voor geneeskundige evaluatie en controle (DGEC), de alarmsignalen niet krachtdadig heeft gebruikt, dat het niet onmiddellijk is opgetreden."

Nawal Farih (CD&V) had ook "veel onbeantwoorde vragen. De ziekenfondsen beweren hun controlefunctie opgenomen te hebben, terwijl het RIZIV zegt dat het alle beschikbare middelen heeft gebruikt. De cruciale vraag is hoe lang het kabinet al op de hoogte was."

"Moeizaam onderzoek"

In zijn antwoord beloofde Vandenbroucke een gedetailleerde tijdlijn van het dossier aan de Kamer voor te leggen. Hij verdedigde de DGEC, die al een onderzoek was gestart bij de eerste melding van fraude. "Dat is een moeizaam onderzoek waarbij er patiënten thuis opgezocht moeten worden om vast te stellen dat er inderdaad fraude is gepleegd."

De vrouw kreeg toen al een boete, maar betaalde slechts een deel van het onterecht verkregen geld terug. Na nieuwe klachten trad het RIZIV opnieuw op, en meer dan twee en een half jaar geleden werd het parket ingeschakeld. "Het RIZIV is dus opgetreden, onmiddellijk en herhaaldelijk, maar met wapens die tegenover dat soort gangsterisme veel te zwak zijn", aldus Vandenbroucke.

Vandenbroucke vroeg zich ook af of de vraagstellers "de wapens tegen dat soort diefstal willen versterken of niet" - een verwijzing naar de aanpassingen die hij in zijn omstreden Hervormingswet wil doorvoeren.

Zo wordt de bewijslast omgekeerd: "Wanneer een zelfstandig thuisverpleegkundige voor meer dan 229.000 euro aan facturen indient, meer dan tweemaal zoveel als het gemiddelde van een hardwerkende voltijds verpleegkundige, dan mag men om uitleg vragen, zodanig dat de betrokkene moet bewijzen dat hij of zij niet fraudeert." Het koninklijk besluit daarover is meer dan een jaar geleden gepubliceerd en we zullen het vanaf nu toepassen, zei Vandenbroucke.

Hij verdedigde ook de mogelijkheid om het RIZIV-nummer van een frauderende zorgverlener te schorsen, en zei dat hij tegenover Dominiek Sneppe (VB) het voorbeeld van de frauderende thuisverpleegkundige had gebruikt. "U wilde niet dat we het nummer zouden kunnen intrekken. U vond dat vreselijk. Ik heb met handen en voeten uitgelegd dat het nodig is om dergelijke draaimolens te stoppen, door het nummer waarop gefactureerd wordt gewoon in te trekken."

Too little, too late

In hun repliek bleken de coalitiepartijen niet overtuigd. "De wapens zijn er, maar ze zijn niet voldoende gebruikt", zei Depoorter. "Ik heb weet van fraudedossiers van 50.000 euro – dat is het gemiddelde van de fraudedossiers – en
die worden onmiddellijk afgehandeld. Hoe komt het dat het hier om miljoenen euro's gaat en dat men zoveel geduld heeft gehad met die mevrouw?"