Huisartsgeneeskunde

Nederland: huisartsentarieven vernietigd

Tarieven zijn onvoldoende praktijkkostendekkend

Het Nederlandse College van Beroep voor het Bedrijfsleven deed op 18 november uitspraak in een geschil tussen de Stichting De Bevlogen Huisartsen en 129 individuele huisartsen (DBH), de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) en de Vereniging Praktijkhoudende Huisartsen (VPH) aan de ene kant en de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) aan de andere kant.

Herman Nys, em. prof. medisch recht KU Leuven, ex voorzitter VITAZ

De huisartsen hebben bezwaar gemaakt tegen de door de NZa voor 2023, 2024 en 2025 vastgestelde tarieven. De NZa had die bezwaren afgewezen. De huisartsenorganisaties tekenden beroep aan bij het College en kregen gelijk. Volgens de huisartsen voldeden deze tarieven niet aan het vereiste van kostendekkendheid. Dat vereiste houdt in dat de tarieven die de NZa vaststelt, moeten voorzien in de door zorgaanbieders redelijkerwijs te maken kosten voor het leveren van zorg.

Deze zaak is het vervolg op de uitspraak van het College van 21 december 2023. Bij die uitspraak vernietigde het College de beslissing inzake de tariefbeschikking respectievelijk de tariefbeschikking voor de jaren 2023 en 2024 voor huisartsenzorg en multidisciplinaire zorg. Het College ging ervan uit dat de NZa aan de hand van het toen nog lopende kostprijsonderzoek zo spoedig mogelijk tot herijking van de tarieven over 2023, 2024 en 2025 zou overgaan.

Beoordelingskader

Op de tarieven voor de huisartsenzorg is de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) van toepassing. Op grond van de Wmg legt de NZa jaarlijks beschrijvingen van de zorgprestaties en de bijbehorende tarieven vast in prestatie- en tariefbeschikkingen. Zoals het College al vaker oordeelde, moeten de tarieven voldoen aan het vereiste van kostendekkendheid. Dit betekent dat de tarieven dekking moeten geven aan redelijke kosten van zorg. De NZa kan de tarieven op verschillende manieren vaststellen, maar de tariefbeschikkingen moeten zowel wat betreft de wijze van totstandkoming als wat betreft de uitkomst de rechtmatigheidstoets kunnen doorstaan. De NZa heeft geen beoordelingsruimte als het om de kostendekkendheid gaat. Wel heeft de NZa beoordelingsruimte over de bij een zorgprestatie in aanmerking te nemen kostenposten en bij de beoordeling of een (kost)prijs onrealistisch laag is of onrealistisch hoog is.

Huisvesting huisartsenpraktijk

Het College is van oordeel dat de huisartsen aannemelijk hebben gemaakt dat een zeer groot gedeelte van de huisartsenpraktijken al gedurende langere tijd kampt met te kleine huisvesting. Het College is ook van oordeel dat de huisartsen aannemelijk hebben gemaakt dat het investeren in het aanpassen van de huisvesting en/of het investeren in nieuwe huisvesting wordt bemoeilijkt doordat de tarieven daarin niet voorzien. De tarieven zijn dus gebaseerd op de werkelijk gemaakte kosten van veelal te krappe huisvesting, zonder dat rekening is gehouden met de extra kosten die nodig zijn om de huisvesting geschikt te maken of nieuwe huisvesting te vinden voor de in omvang toegenomen praktijken.

De NZa had daarom niet mogen volstaan met de uitkomsten van het kostprijsonderzoek om de tarieven te herijken voor de huisvestingskosten; er had ook nader onderzoek moeten komen naar de financiële knelpunten bij het oplossen van huisvestingsproblemen. Bovendien moest nagegaan worden wat de kosten van huisvesting voor praktijken zouden zijn, mochten zij over adequate huisvesting kunnen of willen beschikken.

Onvoldoende rekening gehouden

Anders dan de NZa stelt, leidt het geschikt maken van een praktijkruimte voor de toegenomen aantallen patiënten, consulten en personeel, niet automatisch tot (nog) meer productie waarmee de hogere kosten gedekt kunnen worden. Nog daargelaten dat aan deze aanname geen onderzoek ten grondslag ligt, gaat dit eraan voorbij dat een verbouwing of verhuizing van een te krap gehuisveste praktijk naar een passende ruimte op zichzelf niet tot een (nog) grotere praktijk leidt.

De NZa heeft daarom niet aannemelijk gemaakt dat de maximumtarieven voor het geheel van de gereguleerde prestaties op het punt van de huisvestingskosten kostendekkend zijn.

De beroepsgrond dat in de maximumtarieven onvoldoende rekening is gehouden met de kosten van huisvesting slaagt. Het College draagt de NZa op om nieuwe beslissingen op de bezwaren te nemen over de tarieven 2023, 2024 en 2025 met inachtneming van de aanwijzingen in deze uitspraak.

Wat heb je nodig

Krijg GRATIS toegang tot het artikel
of
Proef ons gratis!Word één maand gratis premium lid en ontdek alle unieke voordelen die wij u te bieden hebben.
  • checkdigitale toegang tot de gedrukte magazines
  • checkdigitale toegang tot Artsenkrant, De Apotheker en AK Hospitals
  • checkgevarieerd nieuwsaanbod met actualiteit, opinie, analyse, medisch nieuws & praktijk
  • checkdagelijkse newsletter met nieuws uit de medische sector
Heeft u al een abonnement? 
Geschreven door Herman Nys24 november 2025

Meer weten over

Print Magazine

Recente Editie
18 november 2025

Nu lezen

Ontdek de nieuwste editie van ons magazine, boordevol inspirerende artikelen, diepgaande inzichten en prachtige visuals. Laat je meenemen op een reis door de meest actuele onderwerpen en verhalen die je niet wilt missen.

In dit magazine