Agressie in cijfers
Cijfermateriaal over agressie tegen (huis)artsen blijft eerder schaars. De Orde der artsen heeft cijfers via het meldpunt agressie, maar de meest gedetailleerde cijfers komen uit een bevraging onder 3.726 Belgische artsen, georganiseerd in 2017 en gepubliceerd in 2019.
Het onderzoek, verschenen in BMJ Open, was een initiatief van het departement huisartsgeneeskunde van de VUB, de Nationale Raad van de Orde der artsen, de afdeling pediatrie van het UZ Brussel en PRaag (Patrik Roelandt anti-agressie groep). De resultaten waren ontluisterend. Meer dan een derde van de artsen (37%) werd in de loop van de voorgaande twaalf maanden met één of andere vorm van agressie geconfronteerd, 84,4% werd er in de loop van zijn carrière minstens eenmaal mee geconfronteerd.
Verbaal geweld was de vaakst voorkomende vorm van agressie van een patiënt ten aanzien van zijn arts. De twaalf maanden voorafgaand aan de bevraging werd 33,1% van de artsen ermee geconfronteerd, over de hele loopbaan 77,2%. Op de tweede plaats kwam psychisch geweld zoals intimidatie, pesterijen en bedreigingen: 30% in de laatste twaalf maanden en 41,7% in de loop van de hele carrière. In het jaar voorafgaand aan de bevraging werd 14,4% van de artsen blootgesteld aan fysiek geweld (24,2% in de loop van de carrière). Ten slotte was in 2016 ongeveer één arts op tien (9,5%) slachtoffer van seksueel geweld (10,1% doorheen de jaren).
Spoeddienst
Grote verschillen werden er niet vastgesteld tussen Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Een opmerkelijk verschil was er wel tussen mannelijke en vrouwelijke artsen. Terwijl 30,9% van de mannelijke artsen zei de voorgaande twaalf maanden slachtoffer te zijn geweest van agressie, liep dat bij vrouwen op tot 43,2%. Zowel voor verbale (28,3% versus 38,4%), psychologische (24,1% tegenover 36,2%) als seksuele agressie (respectievelijk 4,7% en 14,6%) lopen vrouwen een veel groter risico op agressie.
De gevaarlijkste werkplek in een ziekenhuis was – niet meteen een verrassing – de spoeddienst (82%), gevolgd door psychiatrie (64%), neurologie (58%), geriatrie (53%) en interne geneeskunde (52%). Op de andere ziekenhuisdiensten rapporteerde minder dan 50% van de artsen agressie de voorgaande twaalf maanden.
De cijfers die de Orde der artsen verzamelt via het meldpunt agressie zijn recenter, maar minder gedetailleerd. In 2023 registreerde het meldpunt 194 meldingen, in de periode van 2016 tot 2022 waren er dat 434. Uit deze cijfers blijkt geen afname van het aantal gevallen van agressie. De Orde gaat er ook van uit dat er sprake is van onderrapportering en schat dat meer dan driekwart van de artsen die slachtoffer zijn, dat niet melden.