Respect in de zorg: een basisvoorwaarde onder druk
De voorbije weken verschenen in de Belgische pers verschillende dossiers die raken aan het vertrouwen in de gezondheidszorg: een thuisverpleegkundige die fraude pleegde, een gynaecoloog beschuldigd van grensoverschrijdend gedrag, en het emotioneel beladen debat over de beslissing tot het stopzetten van een uitzichtloze behandeling bij een 18-jarig meisje in het UZA. De inhoud van deze zaken verschilt, maar ze raken dezelfde kern: wederzijds respect tussen patiënten en zorgverleners.
Tom Goffin, professor Gezondheidsrecht, UGent
Het recht op respect en menselijke waardigheid is meer dan een moreel kompas. Het is in België ook een juridisch verankerd patiëntenrecht. Het is niet alleen een patiëntenrecht, datzelfde recht geldt ook voor zorgverleners, die binnen een veilige en respectvolle omgeving hun beroep moeten kunnen uitoefenen. Het vormt één van de basisvoorwaarden voor het noodzakelijke vertrouwen dat zorg mogelijk maakt. Recht en respect zijn hier twee zijden van dezelfde medaille.
Een zorgrelatie vraagt inspanningen van beide kanten en is gebouwd op de erkenning van elkaars autonomie.
Alles begint en eindigt met communicatie. Niet louter met informatieoverdracht – al is die cruciaal – maar met dialoog, luisteren, durven twijfelen en verduidelijken. In het dagelijkse contact tussen patiënten en zorgverleners is die communicatie vaak vanzelfsprekend. Maar in situaties van crisis, emotie of conflict wordt ze fragiel.
Wanneer communicatie stokt, wanneer betrokkenen zich niet gehoord of niet veilig voelen, ontstaat het risico op polarisatie. De zorgrelatie kan dan verharden: posities worden ingenomen, misverstanden worden uitvergroot, en men begint elkaar te zien als tegenstanders in plaats van partners. De recente mediadossiers tonen hoe snel dat kan gaan, en hoe diep de maatschappelijke impact ervan kan zijn.
Een zorgrelatie is geen machtsstrijd. Ze vraagt inspanningen van beide kanten en is gebouwd op de erkenning van elkaars autonomie. Dat betekent dat er geen ruimte is voor te eisende posities, noch bij de zorgverlener, noch bij de patiënt.
Zorgverleners beschikken over kennis, ervaring en professionele verantwoordelijkheid. Maar dat mag niet ontaarden in eenzijdig handelen of in het negeren van de beleving, waarden of vragen van de patiënt. Evenzeer moet vermeden worden dat de begrijpelijke kwetsbaarheid van patiënten omslaat in onredelijke verwachtingen, agressie of wantrouwen tegenover zorgverleners.
Een essentieel houvast in de zorgrelatie is de veronderstelling dat iedereen handelt vanuit de intentie om het goede te doen.
We leven in een tijdperk waarin assertiviteit wordt aangemoedigd en waarin patiënten beter geïnformeerd en mondiger zijn dan ooit. Dat is een positieve evolutie – tot op het moment waarop assertiviteit verschuift naar wantrouwen of vijandigheid. Zorgverleners worden dan gezien als uitvoerders van wensen in plaats van partners in een gezamenlijke besluitvorming.
Een essentieel houvast in de zorgrelatie is de veronderstelling dat iedereen handelt vanuit de intentie om het goede te doen. Zorgverleners kiezen hun beroep om zorg te bieden, volgens professionele normen en met de beste bedoelingen. Patiënten en hun families proberen beslissingen te nemen die zij menen in hun belang te zijn.
Dit uitgangspunt erkennen betekent niet dat fouten, misbruik of grensoverschrijdend gedrag gebagatelliseerd mogen worden. Integendeel. Professionele controle, tuchtrecht en gerechtelijke procedures zijn onmisbare onderdelen van een kwaliteitsvolle gezondheidszorg.
Met meldingen en klachten moet rekening worden gehouden en ze moeten de aanleiding zijn tot kwaliteitsverbetering. Maar ze mogen niet leiden tot een klimaat waarin elke beslissing vooraf door angst wordt gestuurd of waarin elk incident het systeem als geheel verdacht maakt.
We moeten waken over een zorgrelatie die juridischer, emotioneler en polariserender dreigt te worden. Het groeiend aantal incidenten van agressie tegen zorgverleners, de toenemende juridificatie van medische beslissingen, en de druk die rust op patiënten om ‘de juiste keuzes’ te maken binnen een overvloed aan informatie, creëren een wankel klimaat.
In zo’n context groeit het risico dat respect niet langer de basis is, maar een bijkomstigheid. Dat de zorgrelatie verschuift van partnerschap naar conflictmodel. Dat zou niet alleen schadelijk zijn voor zorgverleners, maar vooral voor patiënten zelf: niemand is gebaat bij een systeem waarin wantrouwen regeert.
Als samenleving moeten we terugkeren naar de essentie van zorg: een ontmoeting tussen twee mensen, elk met hun eigen kwetsbaarheid, elk met hun eigen verantwoordelijkheid. Het vraagt een cultuur die niet alleen rechten erkent, maar ook het belang van wederzijdse betrokkenheid. Een cultuur waarin patiënten ruimte krijgen voor emoties en vragen, en waarin zorgverleners ruimte krijgen voor menselijkheid en grenzen.
Respect is geen abstract ideaal. Het is een dagelijkse praktijk die ontstaat in woorden, gebaren, keuzes en uitleg. Het is ook een collectieve opdracht. Politiek, zorginstellingen, beroepsgroepen, media en onderwijs hebben elk een rol te spelen in het bewaken van dat respect binnen onze gezondheidszorg
Zonder respect is er geen dialoog. Zonder dialoog is er geen vertrouwen. En zonder vertrouwen is er geen zorg.