“Je kan geen omelet bakken zonder eieren te breken.”
Solidaris en Minister Frank Vandenbroucke sprongen gretig op het schandaal rond een thuisverpleegkundige die jarenlang het RIZIV en patiënten oplichtte, en gebruikten het als aanleiding om hun punt te maken.
Er werd niet geaarzeld om populistische uitspraken te doen, en politieke recuperatie bleef niet uit. Het lidmaatschap van Vlaams Belang en de artsenstaking werden er zonder reden bijgesleept.
Dat artsen tegen sociale of fiscale fraude, oplichterij en malafide praktijken zijn, staat buiten kijf. Maar de artsenstaking ging daar niet over. De staking draaide om de veel te vage definitie van fraude in art. 73bis, waarbij het voorschrijven van verstrekkingen "die overbodig of onnodig duur zijn in de zin van artikel 73” (vanaf een betwist bedrag van 35.000 euro) kan leiden tot schorsing van het RIZIV-nummer gedurende twee jaar.
Als er in het voorontwerp van kaderwet nog had ingestaan dat het om bewezen, herhaalde fraude moest gaan, dan zou dat een geruststelling zijn geweest voor de meer dan 99% van de artsen die wel correct werken.
Het echte probleem is dat één verpleegkundige zeven jaar ongehinderd kon sjoemelen; dat vraagt om betere opsporing, geen collectieve veroordeling van het hele beroep. Advocaat Walter Damen heeft in het tv-programma De Tafel van Tine meer dan duidelijk gemaakt dat de minister misschien wel meent een ‘bot’ mes in de hand te hebben, maar dat een onderzoeksrechter wel degelijk over het juiste arsenaal beschikt om gepaste maatregelen te nemen.
De meerderheid van de artsen werkt correct en gewetensvol. Toch kiest de Minister voor draconische maatregelen en framing, terwijl hij zelf erkent dat malafide praktijken uitzonderlijk zijn. Organen als DGEC, Orde der Artsen, de Federale Toezichtscommissies en parket bieden al volop mogelijkheden tot toezicht – daar ligt niet het probleem.
Het debat liet na om te kijken naar onderliggende oorzaken, zoals de derdebetalersregeling of licht toegekende sociale voordelen. In plaats daarvan lijken statistische profielen zwaarder te zullen wegen dan een individueel zorgvuldigheidsonderzoek om fraude te bewijzen.
Wij vragen om waar mogelijk preventief te werken, en om een duidelijke omschrijving van strenge maatregelen zodat ze uitsluitend van toepassing zijn op bewust malafide praktijken, oplichterij en fraude.
Het kan niet dat de volledige artsengemeenschap gestigmatiseerd wordt. De artsenpraktijk is geen omelet.