Nieuwe toekomst voor mensen met type 1 diabetes
Van bètacellen tot celtherapie
Onderzoekers van de VUB en het UZ Brussel stellen nieuw onderzoek voor naar de behandeling van diabetes type 1.
Filip Ceulemans
Type 1 diabetes is een ziekte die zich grotendeels aan het oog onttrekt, maar die het leven van patiënten en hun omgeving diepgaand beïnvloedt. Het immuunsysteem keert zich tegen de eigen insulineproducerende bètacellen in de pancreas, waardoor het lichaam zijn bloedsuikerspiegel niet langer zelf kan regelen. Uiterlijk is er vaak niets te zien, maar achter de schermen voltrekt zich een complex biologisch proces met grote gevolgen. Aan de Vrije Universiteit Brussel (VUB) en het UZ Brussel wordt al jaren intensief onderzoek gevoerd om die onzichtbare ziekte beter te begrijpen en te behandelen.
Het onzichtbare zichtbaar maken
Centraal in dat onderzoek staat de nauwe samenwerking tussen labo en kliniek. Prof. dr. Willem Staels, verbonden aan de dienst Kindergeneeskunde van het UZ Brussel en de VUB-onderzoeksgroep Genetics, Reproduction and Development, en prof. dr. Daniel Jacobs-Tulleneer-Thevissen, diensthoofd oncologie, thoraxchirurgie en transplantatie, benadrukken het belang van zogenaamd translationeel onderzoek. “We moeten het onzichtbare zichtbaar maken,” zegt Jacobs-Tulleneer-Thevissen. “Alleen door te begrijpen wat er op celniveau fout loopt, kunnen we behandelingen ontwikkelen die echt het verschil maken.”
In het laboratorium proberen onderzoekers te achterhalen waarom bètacellen afsterven en hoe dat proces kan worden afgeremd of omgekeerd. Tegelijk tonen ervaringen in de kliniek welke therapieën effect hebben bij patiënten. Die wisselwerking zorgt voor een voortdurende bijsturing van het onderzoek. “Die cirkel van labo naar patiënt en terug versnelt de zoektocht naar betere behandelingen,” aldus Staels.
Vroegdetectie
Vandaag bestaan er al pancreas- en bètaceltransplantaties, maar die zijn slechts voor een beperkte groep patiënten weggelegd. Donororganen zijn schaars en levenslange immuunonderdrukking blijft noodzakelijk. Daarom richten de VUB-onderzoekers hun blik op stamcellen als potentiële, onuitputtelijke bron van nieuwe bètacellen. Daarnaast wordt gezocht naar manieren om getransplanteerde cellen beter te beschermen, bijvoorbeeld door nieuwe bloedvatvorming te stimuleren of de cellen minder herkenbaar te maken voor het immuunsysteem.
Ook vroegdetectie wint aan belang. Door auto-antistoffen op te sporen bij mensen met een verhoogd risico, kan type 1 diabetes soms al jaren voor de eerste symptomen worden voorspeld. “Hoe vroeger we kunnen ingrijpen, hoe groter de kans dat we het ziekteproces vertragen,” zegt Staels.
Technologische innovaties helpen bovendien om de ziekte minder onzichtbaar te maken. Continue glucosesensoren en slimme insulinepompen geven patiënten en zorgverleners een gedetailleerd beeld van wat er in het lichaam gebeurt en leveren tegelijk waardevolle data voor onderzoek.
Een definitieve genezing is er nog niet, maar de onderzoekers blijven hoopvol. “Elke stap brengt ons dichter bij veilige en breed toepasbare celtherapieën,” besluit Staels. “Ons doel is duidelijk: mensen met type 1 diabetes een betere en vrijere toekomst geven.”