Meditatie in opmars

BOEKEN De wetenschap kijkt tegenwoordig met minder scepsis en meer belangstelling naar het potentieel gunstige effect van meditatie op de geestelijke en lichamelijke gezondheid. Prof. Steven Laureys staat ons te woord naar aanleiding van een boek dat hij dit jaar uitgegeven heeft.
Als meditatie ter sprake komt, denken we meestal aan een boeddhistische monnik die zich in lotushouding volledig aan zijn innerlijke wereld overgeeft. Dat is een te enge visie. Mediteren betekent niet dat men een bepaalde lichaamshouding aanneemt, dat men zich van de buitenwereld afsluit, dat men 'aan niets meer denkt' of dat men zich onderdompelt in een oceaan van spiritualiteit.
Antoine Lutz, die in opdracht van de Franse gezondheidsoverheid onderzoek doet in Lyon, merkt op dat sommige traditionele boeddhistische handboeken (bij wijze van metafoor, onderstreept hij) verwijzen naar het bestaan van 84.000 vormen van meditatie.
Prof. Steven Laureys (GIGA Consciousness Onderzoekscentrum, universiteit van Luik) vergelijkt meditatie met sport. In beide gevallen omvat het begrip talrijke disciplines. En net zoals er topsporters en amateursporters bestaan, zo ook zijn er meditatie-experts, die er duizenden uren praktijk op hebben zitten, en minder ervaren meditanten.
Contemplatie
Maar wat is nu meditatie? Volgens de Tibetaanse monnik Matthieu Ricard, doctor in de cellulaire genetica en vertaler van de dalai lama, beoogt meditatie de geest te verzachten. De meditant probeert zijn gedachten onder controle te krijgen, zodat hij zich naar wens kan concentreren of ontspannen. Bovenal moet hij zich kunnen onttrekken aan kopzorgen en ontreddering. De doelstellingen zijn dus dezelfde als bij een psychologische of psychiatrische behandeling.
Werken de hersenen anders bij mensen die regelmatig mediteren? Wordt hun structuur door meditatie beïnvloed? En is er een objectiveerbare weerslag op de psychische en lichamelijke gezondheid?
Voor de jaren 1980 deed men weinig wetenschappelijk onderzoek naar meditatie. Een decennium eerder had de Amerikaanse psycholoog Daniel Goleman een experiment opgezet waarbij hij een 30-tal ervaren meditanten en een 30-tal amateurmeditanten samenbracht. Hij toonde de deelnemers een horrorfilm en mat stressmerkers, zoals het hartritme en de transpiratie. De resultaten toonden aan dat de experts veel sneller naar een normaal stressniveau terugkeerden dan de niet-experts. Maar misschien was die conclusie wel overhaast, omdat ze meditatie gunstige effecten toeschreef die mogelijk aan andere factoren te wijten waren. Ervaren meditanten onderscheiden zich immers niet alleen van andere mensen doordat ze mediteren. Doorgaans hebben ze ook een aparte levenswijze, met andere eetgewoonten en meer rust.
Onderzoek heeft uitgewezen dat meditatie een even krachtig therapeutisch effect kan hebben als antidepressiva, anxiolytica of pijnstillers' - prof. Steven Laureys
In 1983 ontmoet Tenzin Gyatso, de 14e dalai lama, de Chileense filosoof Francisco Varela. Ze kunnen het goed met elkaar vinden en besluiten samen symposia te organiseren, om meditanten en gezaghebbende wetenschappers samen te brengen. In 1987 borduren Francisco Varela en de Amerikaanse jurist R. Adam Engle hierop verder en richten het instituut Mind and Life op. Dit instituut legt zich toe op de ontwikkeling van de contemplatieve wetenschap, die het knooppunt vormt tussen het boeddhisme en de moderne wetenschap. Deze initiatieven waren de drijvende kracht achter een groeiende wetenschappelijke belangstelling voor meditatie en het mogelijke effect daarvan op het geestelijke en lichamelijke welzijn.
Een ander stel hersenen?
In Het no-nonsense meditatieboek(1) vertelt Steven Laureys dat er over meditatie en mindfulness - een bijzondere vorm daarvan - in de voorbije 20 jaar wereldwijd meer dan 1.300 studies geregistreerd zijn."
Dat is tegelijk veel en niet veel. Niet veel, naast de 4.500 studies die gemiddeld jaarlijks aan antidepressiva worden gewijd. "Dat terwijl onderzoek uitgewezen heeft dat meditatie een even krachtig therapeutisch effect kan hebben als antidepressiva, anxiolytica of pijnstillers", protesteert prof. Laureys. Toegegeven: het is nog wachten op onderzoek in grote populaties om daarover definitief zekerheid te krijgen.
Intussen heeft beeldvorming uitgewezen dat meditatie zowel de structuur als het functioneren van de hersenen wijzigt. Onderzoek toont een verhoogd volume in sommige regio's van de hersenen na amper acht weken dagelijks mediteren. Steven Laureys en het team van het GIGA Consciousness Onderzoekscentrum hebben onder andere aangetoond dat de Tibetaanse monnik Matthieu Ricard (destijds 69 jaar oud) rijkelijk geconnecteerde hersenen heeft, die hij beter controleert dan nietmeditanten van dezelfde leeftijd (2).
1. Steven Laureys, Het no-nonsense meditatieboek, Borgerhoff & Lamberigts, 2019. 224 blz., 17,99 euro.
2. Brain Stimulation 2018,11(6):1397-1400.
Mindfulness
Een artikel uit 2015 in Nature Reviews Neuroscience meldt dat mindfulness wel degelijk een gunstige weerslag heeft op de lichamelijke en geestelijke gezondheid, alsook op de cognitieve functies. Dat blijkt uit onderzoek dat werd uitgevoerd vanaf de jaren 1990.
Zo heeft een team van de universiteit van Winconsin het effect van mindfulness onderzocht, onder andere bij een groep mensen die zich drie maanden in een rustige omgeving hadden teruggetrokken om acht uur per dag te mediteren. De onderzoekers stelden vast dat het concentratievermogen van de meditanten verbeterd was bij het uitvoeren van een taak waarbij men probeerde hen af te leiden. De verbeterde concentratie kon worden geobjectiveerd met beeldvorming.
Hetzelfde team liet ervaren meditanten angstwekkende geluiden horen. Op beeldvorming was bij deze personen de activiteit van de amygdala - die betrokken is bij het ontstaan van angst en stress - lager dan in een controlepopulatie. Men concludeert daaruit dat mindfulness helpt om een stabiel emotioneel klimaat op te bouwen. Andere onderzoekers maten een kleiner volume van de amygdala bij meditanten die bijzonder stressbestendig waren.
Er zijn ook aanwijzingen dat de hersenregio's die met de leeftijd aftakelen, bij meditatieexperten zowel metabool als qua volume beter gevrijwaard zijn rond de leeftijd van 65 jaar. Prof. Laureys verwijst naar een onderzoek waaruit blijkt dat meditatie ook gepaard gaat met een beter behoud van de telomeren, lees: de uiteinden van de chromosomen waarvan het wegsmelten een merker is voor veroudering.
