Algemene hersenconditie en opleidingsniveau bepalen mee impact
Cognitieve stoornissen na beroerte vragen om zorg op maat
Lang werd aangenomen dat de plek in de hersenen die door de beroerte werd getroffen, bepalend was voor de klachten. Maar nieuw onderzoek onder leiding van KU Leuven toont aan dat die locatie lang niet alles verklaart. Ook algemene hersengezondheid en het opleidingsniveau van de patiënt spelen een belangrijke rol.
Moeite met spreken, concentreren of dingen onthouden zijn vaak voorkomende verschijnselen na een beroerte. Maar de impact verschilt heel sterk van patiënt tot patiënt. Lang werd aangenomen dat de plek in de hersenen die door de beroerte werd getroffen, bepalend was voor de klachten.
Nieuw onderzoek onder leiding van KU Leuven toont aan dat die locatie lang niet alles verklaart. Ook algemene hersengezondheid en het opleidingsniveau van de patiënt spelen een belangrijke rol. De resultaten werden zopas gepubliceerd in Imaging Neuroscience.
Geen twee patiënten zijn hetzelfde
De onderzoekers analyseerden gegevens van 2.172 patiënten uit België, Italië en het Verenigd Koninkrijk. Ze werden allen getest met de Oxford Cognitive Screen, een gestandaardiseerde test die taalvermogen, geheugen, aandacht, rekenvaardigheid en andere hersenfuncties in kaart brengt.
Het ging om patiënten met verschillende types beroertes: zowel ischemisch (een bloedklonter) als een hersenbloeding. De patiënten hadden uiteenlopende leeftijden (want beroerte treft zowel jonge als oudere mensen), opleidingsniveaus en gezondheidsprofielen.
"Na een beroerte blijven veel mensen kampen met cognitieve klachten, maar geen twee patiënten zijn gelijk. In ons onderzoek hebben we gezocht naar patronen, en ontdekten we dat we de klachten van patiënten konden clusteren in 13 profielen met gelijkaardige klachten."
"Maar we stelden ook vast dat er binnen eenzelfde klachtenprofiel grote verschillen zaten in het hersengebied dat getroffen werd door de beroerte," zegt onderzoekster Hanne Huygelier, verbonden aan de Faculteit Psychologie en Pedagogische wetenschappen en het Leuven Brein Instituut.
Revalidatie op maat
Bij patiënten die kort na hun beroerte getest werden, bleek de plaats van de beroerte nog wel iets te voorspellen. Maar bij wie enkele weken later werd getest, nam die voorspellende waarde sterk af.
De ernst van de klachten bleek dan meer samen te hangen met algemene hersenconditie voor de beroerte en met factoren zoals opleiding. Die zogenaamde “cognitieve reserve” beschermt mensen dus duidelijk, zeggen de onderzoekers. Wie voor de beroerte meer hersencapaciteit had opgebouwd, had na enkele weken een grotere kans op minder uitgesproken klachten.
"Deze inzichten kunnen het pad effenen naar een meer persoonlijke benadering in revalidatie na een beroerte," zegt professor Céline Gillebert van KU Leuven en verbonden aan het Leuven Brain Institute.
"Niet alleen de hersenschade die we zien op een MRI-scan bepaalt hoe de weg naar herstel moet worden aangepakt, maar ook wie de patiënt was vóór de beroerte. Met onze 13 profielen kan de zorg veel fijnmaziger worden aangepakt, en maken we soms onzichtbare klachten wel zichtbaar en dus behandelbaar."