ArtsenkrantPremium

Philippe Vandekerckhove, CEO Rode Kruis-Vlaanderen

'Nood aan plasma neemt toe'

Om de exploderende vraag naar plasma ook de komende jaren het hoofd te bieden, is Rode Kruis-Vlaanderen op zoek naar nieuwe plasmadonoren. “Plasmadonatie is minder bekend dan bloeddonatie, maar wordt in de toekomst zeker zo belangrijk”, zegt Philippe Vandekerckhove, CEO van Rode Kruis-Vlaanderen.

Filip Ceulemans

Artsenkrant: De vraag naar plasma is de voorbije vijftien jaar geëxplodeerd. Wat zijn de redenen voor deze enorme toename?

Philippe Vandekerckhove - Rode Kruis Vlaanderen
Philippe Vandekerckhove: "We staan voor de enorme opdracht de bevolking te leren wat plasma is, wat het verschil is met bloed en waarom het belangrijk is dat men plasma doneert." 

Philippe Vandekerckhove: Er zijn vandaag meer nieuwe toepassingen in de geneeskunde die plasma gebruiken. Het is een essentieel element van immunoglobulinetherapie bij immuundeficiënties. Plasma wordt ook gebruikt bij de behandeling van ernstige brandwonden, geelzucht bij baby’s en een aantal inflammatoire aandoeningen. Maar ook bij hematologische behandelingen zoals CAR-T, waar intraveneuze immunoglobulinesubstitutie ter ondersteuning van het immuunsysteem kan gegeven worden. Of neem behandelingen van kanker van de B-lymfocyten, dan worden deze cellen vernietigd, de B-lymfocyten maken echter de antistoffen aan. Om deze patiënten te beschermen tegen infecties moesten ze vroeger worden geïsoleerd en in een vorm van quarantaine gestoken worden. Vandaag kunnen we deze patiënten helpen met immunoglobulines. Maar de toepassingen gaan breder, immunoglobulines kunnen in de toekomst een grotere rol spelen in de behandelingen van bijvoorbeeld alzheimer of parkinson, maar daar is uiteraard nog extra onderzoek nodig. Vorig jaar kregen in België 25.000 patiënten immunoglobulinegeneesmiddelen afkomstig van plasma. Hun aantal neemt dus nog steeds toe.

Zijn er nog andere redenen die de stijgende vraag verklaren?

Een tweede reden is de wereldwijde stijging van de vraag naar plasma. Een aantal landen maakt een ontwikkelingsfase door. Zij kunnen nu geneeskunde aanbieden op niveau van de westerse wereld. Vandaag is er nog onderbehandeling in delen van Azië en Afrika, maar daar gaat ongetwijfeld verandering in komen, met een stijgende vraag tot gevolg.

De Verenigde Staten zijn de grootste uitvoerder van plasma. Is dat een gezonde situatie of kan dat voor problemen zorgen?

In het verleden was dat minder een risico. De VS hadden genoeg plasma voor de eigen markt en konden plasma uitvoeren. De Europese Unie heeft echter een foute inschatting gemaakt. Bij de creatie van de eengemaakte markt in 1993 besliste het Europees Hof in Luxemburg dat plasma en afgeleide PDMP’s (Plasma Derived Medicinal Products), producten zijn die vrij mogen circuleren in de Europese Unie. Op zich geen probleem. Het is wel een probleem dat Europa de buitengrenzen niet heeft gesloten. Dus zijn de VS hun plasma beginnen dumpen in Europa, met als gevolg dat een aantal landen de eigen plasmacollecties hebben stopgezet. Nu de vraag wereldwijd stijgt, zijn er steeds meer afnemers voor het plasma uit de VS, en ontstaan er problemen in Europa.  

'Nu de vraag wereldwijd stijgt, zijn er steeds meer afnemers voor het plasma uit de VS, en ontstaan er problemen in Europa'

Kan België in de problemen komen?

In België hebben we het voordeel dat we de plasmacollectie niet volledig hebben moeten afbouwen en dat we nooit onder 30% van de eigen noden zijn gevallen. Rond het jaar 2000 konden we projecteren dat de vraag naar plasma zou blijven toenemen. We zijn toen, ondanks de moeilijke omstandigheden, extra inspanningen beginnen leveren. Daar plukken we vandaag de vruchten van met een sterke infrastructuur voor plasma-afname.

Sommige Oost-Europese landen halen de 5% zelfvoorziening niet en zijn volledig afhankelijk van de import. Plasma wordt aanzien als een strategisch product en de president van de VS zou met één pennentrek de export van plasma aan banden kunnen leggen – mochten ze dat nodig achten. In het verleden was dat misschien geen groot risico, maar vandaag is dat veel onzekerder. Voor ons land is het gevaar gelukkig beperkt. We halen vandaag ongeveer 50% zelfvoorziening en hebben de capaciteit om 100% zelfvoorzienend te zijn. Als we een oproep doen bij de bevolking moet het mogelijk zijn dat gat nog verder toe te fietsen.

Naast het aanbod, is er ook het gebruik. We moeten dan ook bekijken of we in ons land niet voorzichtiger moeten omgaan met plasma. We hebben een hoog gebruik van bepaalde producten. Ik heb het dan over PDMP’s, farmaceutische producten die plasma als grondstof hebben. In België ligt het verbruik van immunoglobulines bijvoorbeeld tweemaal hoger dan in Denemarken. Dat verschil is moeilijk te verklaren. De overheid is hier ook mee bezig.

Wat is de verhouding tussen bloed- en plasmadonaties?

Momenteel overtreft het aantal bloeddonaties (ongeveer 230.000 in 2024) het aantal plasmadonaties (162.129). Voor 2025 projecteren we 179.000 plasmadonaties en daarnaast neemt de nood aan bloed jaar na jaar af (-23% tussen 2013 en 2024), terwijl het aantal plasmadonaties in stijgende lijn gaat (+93% in dezelfde periode). Het kantelpunt wordt verwacht in 2028-2030. Evoluties in de geneeskunde maken dat de nood aan bloed minder wordt. Bij de eerste levertransplantaties had men per patiënt soms vijftig tot zestig liter bloed nodig. Intussen zijn de voorbereidingen en de chirurgische technieken dermate verbeterd dat enkele bloedzakjes kunnen volstaan. Oncologische behandelingen worden verfijnd en gebruiken minder agressieve chemotherapie, wat maakt dat ook deze patiënten minder transfusies nodig hebben.

Is het de bedoeling om op termijn zelfvoorzienend te zijn voor plasma?

De inhaalbeweging is net bedoeld om inderdaad zelfvoorzienend te zijn. Enkele jaren geleden merkten we dat het gebruik van ons eigen plasma minder was omdat ziekenhuizen en farmaceutische industrie hun plasma toen goedkoper konden kopen in de Verenigde Staten. Daarom besloot toenmalig minister van Volksgezondheid Maggie De Block (Open Vld) dat het wenselijk zou zijn om België meer onafhankelijk te maken van het buitenland. Daarop werd een systeem uitgewerkt waarbij er om de vier jaar een tender wordt uitgeschreven in de vorm van een driewegscontract met de federale overheid, het Rode Kruis en de fractioneerder, dat is de firma die het plasma omvormt tot PDMP’s. In de tender staat hoeveel liter het Rode Kruis jaarlijks moet afnemen en aan welke firma het moet worden geleverd. Nadat de firma het plasma heeft gefractioneerd, moet ze het terugbrengen naar de Belgische markt en dat aan een vooraf bepaalde prijs. De minister heeft zo controle over het proces en de prijs, dit systeem werkt zeer goed. De regeling bespaart ons land naar schatting jaarlijks 12,5 miljoen euro. Er zijn veel landen die hiervoor naar België kijken. Denemarken volgde ons voorbeeld al. Landen die dit systeem nog niet toepassen, zitten vaak in de problemen.

Bloed geven zit er bij de Vlaming ingebakken. Om de drie maanden gaat hij naar een parochiezaal of een school om er bloed te doneren. Voor plasma ligt dat anders. Hoe komt dat en hoe kan je het veranderen?

U heeft 100% gelijk. Iedereen weet dat bloed belangrijk is. Bloed heeft een symbolische, voor sommigen religieuze waarde. Het heeft tot gevolg dat wij een van de zeldzame sectoren zijn waar men terecht zero risk verwacht. Niemand verwacht zero risk van een chirurgische ingreep of van een geneesmiddel. Van een bloedtransfusie wordt dat wel verwacht. Dat is ook de reden waarom we bijvoorbeeld niet één, maar wel twee testen doen om hiv-besmettingen op te sporen.

Kent iedereen bloed, dan is plasma veel onbekender. We staan voor de enorme opdracht de bevolking te leren wat plasma is, wat het verschil is met bloed en waarom het belangrijk is dat men plasma doneert. We moeten ook duidelijk maken dat bepaalde groepen die geen bloed mogen doneren, wel perfecte plasmadonoren zouden zijn. Ik denk dan aan jonge vrouwen die ook maandelijks bloedverlies hebben, hierdoor soms een lagere ijzerwaarde hebben en dus geen bloed mogen geven, maar wel perfect plasma kunnen geven. We moeten elk jaar met 7% aan pure plasmadonaties stijgen om onze doelstelling tegen 2029 te bereiken – rekening houdend met het huidige verbruik van plasma. Jaarlijks zouden er ongeveer 5.000 nieuwe plasmadonoren moeten bijkomen.

Bloeddonatie is sterk lokaal verankerd, plasmaferese niet. Is dat geen blijvende hinderpaal?

Momenteel hebben we zestien donorcentra. Het spijtige is dat we in het verleden meer dan tien donorcentra hebben moeten sluiten omdat de concurrentie met het toen goedkopere Amerikaans plasma te groot werd. Dit jaar openden we nieuwe centra in Oostende en Oudenaarde en ook in Antwerpen-Stad willen we er een donorcentrum bij. Toestellen voor plasmaferese kunnen niet makkelijk verplaatst worden omdat ze steeds moeten worden gekalibreerd. Binnenkort lanceren we daarom een soort pop-upformule waarbij voor een beperkte tijd een kleiner centrum wordt geopend in een gebied dat anders niet wordt bediend.

Rode Kruis-Vlaanderen kiest er bewust voor donoren niet te betalen. Andere landen doen dat wel. Wat is de filosofie hierachter?

Het makkelijke antwoord is: we mogen dat niet van de wet. Het langere antwoord: wij kiezen er bewust voor om niet te betalen. ‘Once you pay, you can’t go back'. We zien dat landen die ooit plasma of bloeddonoren betaalden en dan stoppen met betalen nog amper een donor op acht overhouden. Betaling is een eenrichtingsstraat. Daarnaast zagen we tijdens corona dat landen waar donaties betalend zijn, een immense terugval kenden in het aantal donoren. Vergelijk dat met België of Denenmarken waar donaties vrijwillig zijn, uit een gevoel van de ander te helpen, en je ziet dat de donaties zeer stabiel bleven. Ons systeem is veel meer crisisbestendig. Daarenboven zien we dat in landen waar men betaalt voor plasmadonaties, de bovengrens – hoe vaak je plasma mag geven – zeer hoog ligt. Volgens onderzoek dat we hebben uitgevoerd en waar we internationaal voor zijn bekroond, zelfs te hoog voor de veiligheid van donoren.

In Duitsland krijg je bijvoorbeeld betaald. Daar trekken centra aan de grens met Polen veel Poolse donoren omdat ze ervoor worden betaald. Hierdoor komt Polen natuurlijk in de problemen. Wist je trouwens dat Mexicanen een visum voor één dag kunnen krijgen om plasma te doneren in de VS? Een Mexicaan kan honderd en meer dollar verdienen en voor dat visum van één dag werd een uitzondering in hun strenge migratiewet voorzien, wat ook aantoont wat de financiële drijfveer voor de sector is, en dat dit toch wel ver gaat eens er betaling in het spel is.  

Wat heb je nodig

Krijg GRATIS toegang tot het artikel
of
Proef ons gratis!Word één maand gratis premium lid en ontdek alle unieke voordelen die wij u te bieden hebben.
  • checkdigitale toegang tot de gedrukte magazines
  • checkdigitale toegang tot Artsenkrant, De Apotheker en AK Hospitals
  • checkgevarieerd nieuwsaanbod met actualiteit, opinie, analyse, medisch nieuws & praktijk
  • checkdagelijkse newsletter met nieuws uit de medische sector
Heeft u al een abonnement? 
Geschreven door Filip Ceulemans30 oktober 2025

Meer weten over

Print Magazine

Recente Editie
04 november 2025

Nu lezen

Ontdek de nieuwste editie van ons magazine, boordevol inspirerende artikelen, diepgaande inzichten en prachtige visuals. Laat je meenemen op een reis door de meest actuele onderwerpen en verhalen die je niet wilt missen.

In dit magazine